De brief is gericht aan alle ggz-bestuurders en is ook verstuurd aan de cliëntenraden, omdat zij volgens StopBenchmarkROM betrokken zouden moeten worden bij de besluitvorming over het aanleveren van patiëntgegevens aan derde partijen.
Met de brief reageert StopBenchmarkROM op het bericht dat ggz-organisatie Parnassia weer is begonnen met het aanleveren van Rom-gegevens bij de SBG, op basis van veronderstelde toestemming. ‘Voor het aanleveren van deze persoonsgegevens is expliciet verleende specifieke toestemming van de patiënt vereist’, staat in de brief te lezen. ‘Het aanleveren en verwerken van bijzondere persoonsgegevens, verkregen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de patiënt, is een onrechtmatige en klachtwaardige inbreuk op het medisch beroepsgeheim/gedragsregels. Dit veroorzaakt grote onrust bij patiënten.’
Aanleveren Rom-data hervat
Het actiecomité gaat ervan uit dat de instellingen op dit moment Rom-data delen met de SBG, omdat GGZ Nederland haar leden in oktober vorig jaar aanraadde om Rom weer te hervatten voor leren en verbeteren. Een jaar eerder adviseerde de brancheorganisatie ggz-aanbieders om te stoppen met het leveren van Argus-data, omdat hiervoor geen wettelijke grondslag was. ‘In de bewuste brief wordt met geen enkel woord gerept over de aanlevering van Rom-data’, schrijft StopBenchmarkROM. ‘Zoals hiervoor opgemerkt, moet ook voor de aanlevering en verwerking van deze gegevens sprake zijn van een wettelijke grondslag.’
Geen Rom-data meer leveren
De ggz-bestuurders worden in de brief gesommeerd per direct te stoppen met het leveren van de Rom-data aan de SBG, ‘mede gelet op het bijzondere belang van vertrouwelijkheid bij de behandeling van psychische klachten.’ Daarnaast roept het actiecomité de bestuurders op om hun cliëntenraden op de hoogte te brengen over het aanleveren van de gegevens en om advies te vragen. Ook moeten ze van StopBenchmarkROM kenbaar maken of de aanlevering of de hervatting hiervan gebeurt op basis van veronderstelde toestemming. Het actiecomité vraagt de bestuurders om binnen drie weken te reageren op de brief en te laten weten welke stappen er zijn ondernomen. Wat het actiecomité zal doen als de bestuurders niet reageren, is onduidelijk.