Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Succes niet verzekerd bij fusie

Fusie is niet alleen het redmiddel voor kleinere, financieel ongezonde ziekenhuizen. Ook grotere ziekenhuizen kiezen voor fusie om hun toekomst zeker te stellen. Belangrijk blijft de juiste samenwerkingspartners te zoeken en voldoende tijd uit te trekken.
Succes niet verzekerd bij fusie

Door: Renate Hendriksen en Matthijs Boom. Foto: Nationale Beeldbank

Waarom kiezen ziekenhuizen voor fusie en specialisatie? Die vraag lag aan de basis van ons onderzoeksrapport Fuserende ziekenhuizen op weg naar specialisatie. Formule voor succes of financiële ondergang?. Het onderzoek is opgebouwd uit een enquête en diverse interviews. De enquête is gehouden onder 108 ziekenhuizen en categorale instellingen, daarop kwam een respons van 21 procent (22 instellingen). De interviews vonden plaats met verschillende stakeholders bij een fusie- en specialisatietraject en bestuurders van Nederlandse ziekenhuizen.

Schaalvoordelen

Voor een overgrote meerderheid van de ziekenhuizen zijn schaalvoordelen de belangrijkste reden om een fusietraject in te gaan. Een sterkere marktpositie wordt ook vaak als reden genoemd en dan niet zozeer ten opzichte van collega-ziekenhuizen maar vooral ten opzichte van zorgverzekeraars. Opvallend is dat slechts een derde van de ziekenhuizen de vraag van de patiënt als aanleiding noemt voor een fusie. Ook vermindering van de concurrentiedruk is nauwelijks een reden. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de zorgvraag toeneemt waardoor concurrentie in mindere mate een factor is. Bovendien kan op andere manieren aan de vraag van patiënten worden voldaan dan door fusie en specialisatie.

Wat opvalt is dat een merendeel van de ziekenhuizen die niet gefuseerd zijn in de periode 2005 tot heden wel nadenkt of binnenkort besluit over fusie.

Focussen

Bijna alle ziekenhuizen zijn voorafgaand aan de fusie bezig met kwaliteitsverbetering, efficiencyverbetering en het veilig stellen van het bestaansrecht. Kleine ziekenhuizen focussen sterk op het (blijven) aanbieden van basiszorg van goede kwaliteit. Grote ziekenhuizen willen vooral excelleren in bepaalde specialismen en hun onderhandelingspositie ten opzichte van zorgverzekeraars verbeteren. Alle ziekenhuizen denken een aantrekkelijker werkgever te zijn voor medisch specialisten als ze fuseren. Door meer en betere specialisten aan te trekken, kan een ziekenhuis betere kwaliteit van zorg leveren.

Wander Blaauw, voorzitter raad van bestuur Zorgpartners Friesland, tevens bestuursvoorzitter MCL (Medisch Centrum Leeuwarden):

‘Fusie is primair nodig voor de regie op het behoud van medische functies in de regio Friesland. Nu lijkt dat misschien nog geen noodzaak, maar in de toekomst ontstaan er hele andere discussies. In iedere regio moet er ten minste één ziekenhuis zijn dat hoogcomplexe zorg kan leveren. Dat ziekenhuis is weer afhankelijk van de collega-ziekenhuizen. Er moet dus een netwerk komen.

Het is belangrijk na te denken over hoe we met zijn allen de zorg inhoud kunnen geven. Kostenstijging door fusies? Onzin, dat kan ik me niet voorstellen! Door secundaire functies samen te voegen, is er snel een kostenreductie te bereiken. Wanneer de juiste keuzes gemaakt worden, zal fusie een succes zijn, en niet leiden tot financiële ondergang. Integendeel.’

Invloed van de patiënt

Patiënten zijn de laatste jaren steeds belangrijkere stakeholders geworden voor het bestuur van een ziekenhuisorganisatie. Hun invloed verschilt echter enorm per ziekenhuis. Ruim de helft van de ziekenhuizen geeft aan dat patiënten redelijk veel tot veel invloed uitoefenen, bij 17 procent hebben patiënten weinig tot geen invloed. Daarentegen hebben medisch specialisten grote invloed. Slechts 13 procent van de ondervraagden noemt hun invloed ‘neutraal’. Onze conclusie is dan ook dat een bestuur fusieplannen niet doorzet als de medisch specialisten er niet achter staan. Ondersteunend personeel kan een fusie veel minder beïnvloeden. Slecht in 13 procent van de ziekenhuizen is hun invloed groot. Er werd geen verband gevonden tussen de grootte van een ziekenhuis en de mate van invloed van ondersteunend personeel.

Stem van de zorgverzekeraars

De meeste invloed bij fusieplannen hebben de zorgverzekeraars. Alle ziekenhuizen gaven aan dat de verzekeraars redelijk veel tot veel invloed uitoefenen. Wanneer zorgverzekeraars aangeven de betreffende zorg niet meer in te kopen wanneer fusie doorzet, zal er geen fusie plaatsvinden. Ditzelfde gebeurt bij een specialisatietraject. Zorgverzekeraars zijn dus voor ziekenhuizen belangrijke partijen om hun fusieplannen mee te bespreken om de beoogde resultaten te kunnen behalen.

‘Tijd is geld’

Banken hebben maar één belang bij een fusie: zij willen de zekerheid dat ze het verleende krediet terugkrijgen. Financiers stimuleren fusies van kleinere ziekenhuizen, maar zien ook een risico in te kolossale ziekenhuisorganisaties. Goede communicatie, waarin de veranderingen en verwachtingen worden uitgesproken, kan de belangen op één lijn brengen en draagvlak creëren. De financiers kunnen op specifieke momenten een grote mate van invloed uitoefenen, omdat ziekenhuizen zonder krediet geen investeringen kunnen doen. Wanneer geen krediet wordt gegeven, zijn direct alle plannen van de baan, omdat de ziekenhuizen zonder financiële middelen niets kunnen doen. In veel situaties zullen banken gewoon krediet verstrekken aan ziekenhuizen en is er in veel mindere mate sprake van invloed op de uit te voeren plannen.

De tijd die een samenwerkingstraject in beslag neemt, vormt een ander knelpunt. Besluitvorming voor de benodigde goedkeuring van verschillende raden en instanties verloopt traag. Hierbij speelt het fenomeen ‘tijd is geld’ een belangrijke rol.

Gestelde doelen

Essentieel is natuurlijk de vraag of de ziekenhuizen hun vooraf gestelde doelen daadwerkelijk behalen tijdens en na het fusie- en specialisatietraject. Tweederde deel van de ziekenhuizen geeft aan dat de gestelde doelen allemaal of grotendeels zijn behaald. 17 procent heeft enkele doelen behaald en toch nog 17 procent zegt geen enkel doel te hebben behaald door de fusie. Tijd en financiële middelen blijken belangrijke succesfactoren. Maar ‘succes’ valt op verschillende manieren te definiëren. Veel ziekenhuizen zeggen dat ze hun doelen weliswaar niet allemaal binnen de gestelde termijn hebben gehaald, maar over een langere periode wel. Wanneer een ziekenhuis voor de fusie een minder goede financiële positie heeft, en deze is na afloop van de fusie verbeterd, is er sprake van succes. Wanneer als gevolg van fusie de ondersteunende diensten zijn geïntegreerd, waardoor meer mogelijkheden ontstaan op het gebied van HR, ICT en facilitair management, is dit ook omschreven als succes.

Peter Langenbach, raad van bestuur Jeroen Bosch Ziekenhuis:

‘Het succesvolle ziekenhuis van de toekomst is in staat de patiënt werkelijk centraal te zetten in het handelen en organiseren. Het past de organisatie aan op de wensen van de patiënt en de inhoudelijke noden van de professionals. Hierbij dient het ziekenhuis wendbaar te zijn en te kunnen inspelen op snel veranderende omstandigheden. Het werken in netwerken van (zorg)organisaties en het organiseren van zorg daar waar de patiënt dat wil, is hierbij een randvoorwaarde. Naast dit alles kan de kwaliteit verbeteren door verdere subspecialisatie. Door de verbeterde kwaliteit kan de zorg efficiënter worden geleverd, dus efficiëntie volgt uit de hogere kwaliteit. Een fusie is dus niet een doel op zich. Het succesvolle ziekenhuis moet zich niet richten op de organisatievorm, maar op de inhoud van de zorg, waarbij fusie hooguit het slotakkoord van bewezen vruchtbare samenwerking zal zijn. Hierbij hoort een authentieke verbondenheid met patiënten, bezoekers, professionals en de regio/omgeving. De verantwoordelijkheid voor de maatschappelijke positie die men als organisatie inneemt in de samenleving blijkt hieruit. De ziekenhuizen die dit weten te bereiken, gaan zeker niet financieel ten onder.’

Goede voorbereiding

De belangrijkste uitdaging is de voorbereiding. Neemt het ziekenhuis de tijd om de juiste keuzes te maken in samenwerkingspartners en in de juiste richting te specialiseren, en heeft men oog voor de knelpunten, dan is fusie zeker een formule voor succes.

Renate Hendriksen, trainee bij Dimensys, en Matthijs Boom, business consultant healthcare bij Dimensys.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.