Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Telemonitoring moet in 2012 een vlucht nemen

Mark van Dorresteijn
Ziekenhuizen en patiënten moeten vaker gebruik maken van telemonitoring bij chronisch hartfalen. Dit is een manier om op te boksen tegen de oplopende zorgkosten en een groeiend aantal patiënten met deze aandoening. Dat stellen Anita Lieverdink, projectleider bij TNO en Mirande Groener, zorgontwikkelingsmanager bij Achmea.
Telemonitoring moet in 2012 een vlucht nemen

Ondanks voordelen als betere kwaliteit van leven, lagere mortaliteit, minder heropnames, kortere tijd in het ziekenhuis, wordt de potentie van telemonitoring in Nederland nog onvoldoende benut. TNO, Achmea, Philips en onderzoeksbureau fluent zijn in maart 2010 begonnen aan een project om het gebruik van telemonitoring bij chronisch hartfalen te stimuleren.

Meer zelfmanagement en betere controle

Constante monitoring zorgt ervoor dat patiënten minder vaak in kritieke situaties terecht komen. In het onderzoek is gekeken naar de toepassing Philips Motiva. Dit wordt aangesloten bij de patiënten thuis, waarna zij vervolgens dagelijks hun gewicht en bloeddruk meten. “Door de dagelijkse update leert de patiënt beter zijn eigen gezondheid te managen, waardoor de kwaliteit van leven van de patiënt toeneemt” stelt Lieverdink. “Ook heeft de poli zicht op de toestand van de patiënt. Zijn er excessen dan neemt de verpleegkundige contact op met de patiënt om bijvoorbeeld aanpassingen te doen aan medicatie, dieet, beweging, of andere zaken.”

Inkoopgids eHealth 2012

Telemonitoring bij chronisch hartfalen is opgenomen in de Inkoopgids van ZN voor 2012. Daarnaast heeft de Nederlandse Zorgautoriteit een zorgactiviteitcode voor telemonitoring vrijgegeven om het gebruik van telemonitoring te kunnen volgen en formeel te registreren. “Dit is een belangrijke stap in de erkenning van telemonitoring en het mogelijk maken van het inkopen ervan door zorgverzekeraars en ziekenhuizen. Wij willen ziekenhuizen en zorgverzekeraars oproepen om met elkaar om tafel te gaan en inkoopafspraken te maken”, stelt Groener. Lieverdink vult dit aan: “eHealth moet onderdeel uitmaken van de reguliere zorg. Daar werken we nu nog projectmatig aan, maar de markt zal het verder moeten oppakken. Pas dan wordt het common practice. Als grotere groepen patiënten er gebruik van maken, zullen zowel zorgverleners als verzekeraars de voordelen merken. Ik verwacht dat deze omslag in 2012 zal plaatsvinden.”

Aanzienlijke besparingen

Chronisch hartfalen patiënten dienen normaal gesproken elke twee à drie maanden op controle te komen op de hartfalen poli. Binnen deze periode is het echter mogelijk dat de gezondheid van de patiënt verslechtert en dat de patiënt moet worden opgenomen in het ziekenhuis. Naast de enorme impact hiervan op de toestand van de patiënt, leidt dit tot hogere kosten. “Als een ziekenhuis gebruik maakt van telemonitoring hebben zij volgens onze berekening twintig tot veertig procent kortere verpleegduur en twintig procent minder klinische opnamen”, legt Groener uit. “Ziekenhuizen besparen daardoor op hun kosten. Daartegenover staat ook dat er minder baten zijn, maar al met al is er een aanzienlijke besparing te behalen.”

Doelmatige zorg

Telemonitoring kan ook worden ingezet om efficiency te verbeteren. Als er geen aanleiding is, hoeven patiënten niet zo vaak naar het ziekenhuis te komen. Fysiek contact en aandacht blijft belangrijk, maar niet iedere patiënt hoeft elke 2 à 3 maanden langs te komen op de poli. Zorgverleners kunnen overigens ook via het systeem contact houden met de patiënt.” Wanneer ziekenhuizen willen gaan werken met het systeem, dan is het volgens Lieverdink belangrijk dat telemonitoring een goede plaats in het zorgproces krijgt. “In eerste instantie wordt er meestal huiverig gereageerd op telemonitoring. Hartfalenverpleegkundigen zijn bijvoorbeeld bang dat zij dadelijk geen contact meer hebben met patiënten, maar dat is niet waar. Doordat het zorgproces anders ingericht wordt, hebben zij meer contact met patiënten die het echt nodig hebben en minder met de patiënten waar het goed mee gaat.”

Vraag vanuit patiënten

Circa 180.000 mensen zijn gediagnosticeerd met chronisch hartfalen. In 2020 loopt dat op tot 250.000 patiënten. Momenteel werken ongeveer 15 ziekenhuizen met Philips Motiva. Patiënten krijgen zeker nog niet overal en altijd de mogelijkheid aangeboden om gebruik te maken van telemonitoring. Juist hier hebben patiënten zelf ook een belangrijke taak. “Zij kunnen er gewoon om vragen in ziekenhuizen”, zegt Groener. “Dat is ook voor hen belangrijk, want patiënten krijgen veel meer zelfvertrouwen door het systeem en worden dagelijks op de hoogte gehouden over hun gezondheid. Daarbij is klinische opname een enorme toestand, dus telemonitoring kan de kwaliteit van leven en zorg echt verbeteren.” (Zorgvisie – Mark van Dorresteijn | Twitter)

Lees ook:

MST zet telemonitoring in voor patiënten met hartfalen

Telemonitoring helpt niet bij hartfalen

Telemonitoring verbetert kwaliteit van leven

‘Telemonitoring wordt overhyped’

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.