Dat blijkt uit een brief en de reactie van de ACM die minister Hugo de Jonge naar de Kamer heeft gestuurd. Hiermee geeft hij antwoord op de discussie eerder dit jaar over de fusie van de Amsterdamse academische ziekenhuizen tot Amsterdam UMC. De twee ziekenhuizen zelf hebben zich verbaasd dat de fusie indertijd niet is getoetst op de effecten op de kwaliteit van de zorg.

Eisen zorgspecifieke fusietoets aangescherpt

In de plannen van De Jonge, die zijn neergelegd in het wetsvoorstel ‘Positionering taken NZa’, worden de zorgspecifieke fusietoets en de beoordeling op aanmerkelijke marktmacht overgeheveld naar de ACM. Tegelijk wordt de zorgspecifieke fusietoets aangescherpt zodat partijen worden verplicht om te motiveren welke alternatieven voor een fusie zijn overwogen. De Jonge zal in de toekomst nog andere eisen aan de zorgspecifieke fusietoets toevoegen. Die zijn momenteel in onderzoek.

Objectieve criteria zorgfusie

De ACM heeft een aantal beleidsopties aangedragen. De Jonge laat in ieder geval onderzoeken of fusies verboden kunnen worden als een van de zorgaanbieders over een machtsposities beschikt. Het moet dan gaan om een specifieke situatie of een specifieke sector. Daarnaast laat hij onderzoeken of het mogelijk is een fusieaanvraag niet in behandeling te nemen als de IGJ risico’s ziet voor de veiligheid en de kwaliteit van de zorg. Er moeten objectieve criteria worden ontwikkeld om aan te geven wanneer een fusie mag worden aangemeld.

In het verbieden van een fusie vanwege de schaalgrootte ziet de minister niets. Dat geldt ook voor een verplichting om delen van de zorg af te stoten als dat vanwege de toegankelijkheid of vanwege de kosten wenselijk zou zijn.