De Blok bekritiseerde de transitie omdat hij vond dat er weinig veranderd was. ‘De onderliggende ideeën zijn nog hetzelfde.’ Hij deed de uitspraak in een interview met TvZ, tijdschrijft voor verpleegkundig experts.
Tijd nodig
Van Rijn stelt echter dat het nog te vroeg is voor dergelijke conclusies. ‘De echte hervorming vergt een andere manier van denken en werken die de komende jaren vorm gaat krijgen. Ik constateer dat alle partijen zich in de voorbereiding op de transitie per 1 januari vooral hebben gericht op het waarborgen van de continuïteit van zorg en ondersteuning. Mede vanwege de voorbereidingstijd en de wettelijke bepalingen ten aanzien van het overgangsrecht hebben partijen zich daarbij veelvuldig gebaseerd op de werkwijze in 2014 en waar mogelijk de ruimte benut om vernieuwende werkwijzen te starten.’ Hij voegt daar aan toe dat meerdere aanbieders inmiddels hebben gekozen om te werken met zelfsturende teams en dat wil Van Rijn ook verder stimuleren. Daarnaast moet de bureaucratie teruggedrongen worden via de experimenten Regelarme instellingen.
Verbeterslagen
Signalen over veel ingewikkelde aanbestedingsmethoden en verantwoordingsmechanismen, krijgt Van Rijn wel van diverse andere aanbieders. ‘Samen met gemeenten en zorgaanbieders breng ik in kaart welke maatregelen noodzakelijk zijn om de informatievoorziening tussen gemeenten en aanbieders te verbeteren en de ervaren administratieve lastendruk terug te dringen.’ Tot slot ziet Van Rijn ook onbedoelde neveneffecten door de splitsing van wijkverpleegkunde (S1 en S2). Hij wil er voor zorgen dat er geen aparte wijkverpleegkundigen komen voor S1 en S2, maar komt daar in een latere voorhangbrief over de bekostiging van de wijkverpleging in 2016 op terug.
Opvallend is, dat eerst , vanwege bezuinigingen, een maatregel komt en pas daarna een onderzoek of het wel haalbaar is. Hieruit blijkt dat bezuinigen hoofddoel is, maar niet een verbetering in de zorg en het welzijn van de doelgroep. Dan is het logisch dat e.e.a. In de soep loopt.
Wellicht hebben zowel Jos de Blok als staatssecretaris van Rijn gelijk. Maar in de huidige transitie wordt de omslag van aanbod- naar vraagsturing onvoldoende zichtbaar. Het in stand houden van allerlei indicatie instellingen maken de ruimte voor de zorgaanbieder om vraaggestuurde zorg te realiseren onvoldoende. Regelarme zorg kan pas als we het aandurven om de overkill aan controle los te laten en zorgverlener de ruimte geven om zorgvraag vast te stellen. Maar mogelijk komt dat nog????
MJvRijn: ‘er is vooralsnog geen enkele reden om ongerust te zijn.’
helaas is nou juist dat een reden om ongerust te worden. en kenmerkend voor de houding van het departement in de laatste decennia.