Veel ggz-instellingen waren sinds de decentralisatie van de jeugdzorg bang dat gemeenten niet goed omgingen met de gegevens van hun cliënten. De Transitiecommissie Sociaal Domein boog zich al eerder over deze kwestie en kwam toen tot de conclusie dat er sprake was van een ‘stroeve relatie’ tussen gemeenten en ggz-instellingen. Vooral de instellingen stonden wantrouwend tegenover de gemeenten, die volgens hen onvoldoende oog hadden voor de privacy van cliënten.
Persoonsgegevens aangevraagd
Dit wantrouwen is volgens Van Rijn niet nodig. ‘Bij de gegevensoverdracht zijn niet meer persoonsgegevens verstrekt dan wettelijk toegestaan en is geen sprake geweest van onrechtmatig handelen’, schrijft de staatssecretaris. Hij heeft niet in beeld of, en zo ja, hoeveel gemeenten persoonsgegevens hebben gevraagd waar ze eigenlijk geen recht op hebben. Het toezicht daarop ligt volgens Van Rijn bij de Autoriteit Persoonsgegevens en de verantwoordelijkheid bij het college van burgemeesters en wethouders.
Geen maatregelen privacy
De Tweede Kamer zal geen extra maatregelen nemen om de privacy van cliënten zeker te stellen. De staatssecretaris laat weten nog steeds achter masterclasses Privacy 3D en Jeugdwet, de Privacy Informatie Folder en het programma Informatievoorziening Sociaal Domein te staan. Van Rijn: ‘Ondersteuning van gemeenten en zorgaanbieders bij betere borging van de privacy van betrokkenen is daarin een belangrijk onderdeel.’
Transitie langdurige zorg
De AWBZ gaat in delen over naar de Wmo en de Zorgverzekeringswet. Ook de Participatiewet en de Wet jeugdzorg worden gedecentraliseerd. Hoe verloopt deze enorme stelselwijziging?