Hoewel 85 procent van de zorgaanbieders de personeelssamenstelling van 2017 op hun eigen site publiceert, zijn de gegevens bij slechts drie procent van de aanbieders compleet. Gegevens die vaak ontbreken zijn de aard van de aanstellingen, het aantal vrijwilligers, het ziekteverzuim, de verhouding leerling tot gediplomeerde en de in-, door- en uitstroomcijfers. Dat blijkt uit onderzoek van Q-Consult Zorg in opdracht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Zorgaanbieders zijn vrij om te bepalen welke gegevens ze wel of niet publiceren. Het doel is vooral om het gesprek aan te gaan met financiers, cliënten en medewerkers.
Rekenschap
Omdat 85 procent van de zorgaanbieders invulling geeft aan de vereiste personeelssamenstelling te publiceren, geven “zorgaanbieders rekenschap van het eigenaarschap dat zij voelen richting cliënten, medewerkers, hun lerend netwerk, zorgkantoren en toezichthouders”, aldus de onderzoekers. Sommige zorgaanbieders zijn met speciale pagina’s over het personeel op de website tegemoetgekomen aan de vraag van de Inspectie, anderen hebben de informatie wat meer verstopt. Ook daarin is dus veel variatie tussen zorginstellingen te vinden. ‘Het belangrijkste doel is om transparant te zijn over het personeel’, aldus een van de onderzoekers.
Strategisch beleid
Het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg vormt de wettelijke basis voor de kwaliteit van de verpleeghuiszorg. Personeel is volgens de Inspectie het belangrijkste kapitaal van zorgaanbieders en transparantie hierover is onderdeel van de professionaliteit van zorgaanbieders. Het doel van het Kwaliteitskader is zorgaanbieders na te laten denken over hun personeel en een strategisch personeelsbeleid te voeren. Zorgaanbieders kunnen met het inzicht in de personeelssamenstelling de personele inzet beter aan laten sluiten bij de zorgvraag van hun cliënten.
Alleen monitoren
Omdat de wettelijke verplichting nieuw is, hebben het ministerie van VWS, de Nederlandse Zorgautoriteit, het Zorginstituut Nederland en de inspectie besloten eerst de resultaten te monitoren en nog niet over te gaan tot handhaving.
