Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Verzekeraars gooien met modder’

Bart Kiers schrijft zowel over cure als care. Zijn aandachtsvelden zijn de ziekenhuizen, medisch specialisten, wijkverpleging en ouderenzorg.
[Exclusief[ Zorgverzekeraars weigeren om samen op te trekken met dokters en wetenschappers bij het in kaart brengen van praktijkvariatie. Ook willen ze niet meebetalen aan onderzoek naar welke behandelingen het beste werken. Die houding stuit op veel onbegrip, bleek op het Zorgvisie-congres Sturen op gepaste zorg op 17 april in Haarlem.
‘Verzekeraars gooien met modder’
Foto: ANP - Olaf Kraak

‘Ongepaste zorg zit in de pen van de medisch specialist’, stelt Hans Kerkkamp, lid raad van bestuur van het Atrium Ziekenhuis in Heerlen, tijdens de discussie op het congres Sturen op gepaste zorg. ‘Te vaak en te snel kiezen artsen voor een behandeling.’ Ideaal gesproken legt de arts de behandelopties voor, de te verwachten resultaten en de risico’s. Samen met de dokter kan de patiënt dan beslissen wat het beste past bij zijn levensfase.

Samen beslissen is een onderdeel van de campagne Verstandig kiezen, die de Orde van Medisch Specialisten en ZonMW lanceren op het congres. In 63 procent van de gevallen ontbreekt echter een goed gesprek tussen arts en dokter, blijkt uit onderzoek van de patiëntenvereniging NPCF.

Welke zorg werkt?

Wat is gepaste zorg eigenlijk? ‘Zorg die noodzakelijk, effectief en doelmatig is.’ Job Kievit, hoogleraar besliskunde en chirurg in het LUMC, haalt de definitie aan van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Gepaste zorg is zorg die wordt uitgevoerd volgens de richtlijnen van de medisch specialisten. ‘Maar bij 45 procent van de zorg gebeurt dat niet’, zegt Kievit, die de afgelopen maanden een werkgroep van de Orde van Medisch Specialisten leidde over gepaste zorg. ‘Dat betekent niet dat die zorg ook allemaal ongepast is. Voor de helft van de behandelingen is niet duidelijk wat de beste aanpak is. We weten niet wat werkt.’

Onderzoek naar effectiviteit

Daarom is evaluatieonderzoek zo belangrijk. Onderzoek naar bestaande behandelingen om te kijken wat werkt. Dat is het terrein van Teus van Barneveld, directeur van het Kennisinstituut van de Orde. Hij vertelt dat gynaecologen die handschoen als eerste hebben opgepakt. Dat juist zij dat doen, komt wellicht doordat hun werk zich op het snijvlak van leven en dood bevindt. Neem nu hoge bloeddruk bij vrouwen in de laatste weken van de zwangerschap. Is een afwachtende houding beter of is het verstandiger de bevalling in te leiden? Uitgebreid onderzoek toont aan dat inleiden leidt tot minder complicaties en minder zuurstofgebrek bij de baby. Het is niet alleen beter, maar ook nog eens goedkoper. Het evaluatieonderzoek van de gynaecologen verspreidt zich als een olievlek. Deden in 2003 nog maar zes ziekenhuizen mee, nu zijn dat er 78. Nog vier andere specialismen hebben concrete plannen klaar liggen om onderzoek te doen naar de effectiviteit van bepaalde behandelingen. Gezamenlijk kunnen die plannen 38,5 miljoen euro aan besparingen opleveren, zegen de artsen. De kosten van de onderzoeken bedragen 1,5 miljoen euro. ZonMW wil bijdragen. De medisch specialisten zouden graag zien dat ook zorgverzekeraars een duit in het zakje doen. Zij profiteren immers ook van dalende zorgkosten. Maar de verzekeraars houden voorlopig de boot af. Hoogleraar Gert Westert van IQ Healthcare (Radboud UMC) vindt die houding onbegrijpelijk. ‘Als financiers van de zorg hebben de verzekeraars hierin een rol. Eén euro investeren levert zo veel rendement op. Waarom springen ze hier niet in?’

Praktijkvariatie

Ook als het gaat om praktijkvariatie, een ander aspect van gepaste zorg, krijgen verzekeraars kritiek over zich heen. Als dokters altijd iedere patiënt volgens de richtlijnen zouden behandelen, zou er geen verschil bestaan tussen artsen. Maar uit onderzoek van verzekeraars blijkt dat er grote verschillen bestaan tussen ziekenhuizen en artsen. Bij rughernia is er een factor 13 verschil tussen ziekenhuizen in de frequentie van het aantal operaties. Ongetwijfeld is dat voor een deel ongepaste zorg. Dat heeft mogelijk te maken met inkomens van chirurgen en zelfstandige behandelklinieken. Opereren levert meer op dan niets doen.

Maar Wilco Peul, de expert binnen de Orde als het gaat om praktijkvariatie, maant tot voorzichtigheid bij het trekken van conclusies. In Nederland kiezen chirurgen veel vaker dan in Engeland voor een vroege operatie bij rughernia. Op de korte termijn is dat duurder. Maar op de lange termijn blijkt de Nederlandse aanpak kosteneffectiever. Hij stoort zich aan de eigengereide wijze waarop zorgverzekeraars de informatie over praktijkvariatie naar buiten brengen. ‘Naming and shaming werkt contraproductief. Waarom trekken verzekeraars niet samen op met medisch specialisten en wetenschappers om de verschillen te duiden? Waarom met modder gooien?’

Samen optrekken

Als verzekeraars hun informatie, gebaseerd op declaraties, zouden delen, is het volgens Gert Westert mogelijk om binnen een half jaar voor alle behandelingen duidelijk te krijgen wie wat doet, hoe vaak en tegen welke prijs. Ook Bas van den Dungen (foto), de kersverse directeur-generaal curatieve zorg op het ministerie, roept de partijen van het bestuurlijk hoofdlijnenakkoord op samen op te trekken. ‘Zwem niet alleen tegen de stroom in.’ (BK)

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.