Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Vijf vragen aan Aad Koster

Na tien jaar werk bij ActiZ en diens voorgangers, verlaat Aad Koster vandaag de brancheorganisatie voor ouderenzorg. ‘Het was een fantastische tijd, maar het is goed voor mezelf en voor ActiZ om wat anders te gaan doen.’
Vijf vragen aan Aad Koster

Hoe ziet de laatste dag van een AcitZ-bestuurder er uit?

‘Ik sta nu te bellen in een leeg kantoor want afgelopen woensdag heb ik al mijn spullen al ingepakt. Zo meteen ga ik naar de allerlaatste bestuursvergadering. De voorbereidingen op de cao-onderhandelingen en de op handen zijnde algemene ledenvergadering staan op de agenda evenals de actuele situatie rondom de wijkverpleging. Daarna is het definitief klaar en ga ik naar huis. Wel een vreemd gevoel natuurlijk.’

Hoe kijkt u terug op uw directeurschap?

‘Het was prachtig. Om tien jaar lang bezig te zijn in een sector met zo veel maatschappelijk belang is fascinerend. Ik kwam vanuit de thuiszorgkant binnen bij de voorloper van ActiZ en heb de hele ontwikkeling van de sector meegemaakt. Maar als je zo lang ergens zit is het niet alleen goed voor jezelf om wat anders te gaan doen, het is ook goed voor de organisatie als er een nieuwe directeur aantreedt.’

Jan de Vries wordt uw opvolger. Een goede keuze?

‘Dat is het zeker. Ik ken Jan natuurlijk als iemand die zicht altijd sterk heeft gemaakt voor eigen regie van cliënten. Zowel in de Tweede Kamer als bij MEE. Zoals je weet willen we bij ActiZ dat de cliënt de sterkste positie heeft in de zorg, via klantvolgende bekostiging.. Ik denk dat de visie van Jan op het cliëntenperspectief daarom heel goed past binnen de lange termijn strategie van ActiZ.’

‘Op welke overwinningen uit het verleden van ActiZ bent u het meest trots?

‘Als je nagaat dat ik in 1994 ben begonnen als hoofd werkgeverszaken bij de voorloper van ActiZ weet je dat dit een heel moeilijke vraag is. Maar waar ik trots op ben is dat we steeds zichtbaarder zijn geworden in het maatschappelijk debat en vaak in de publiciteit goed gehoord worden. Ook onze zelfstandige rol is steeds beter neergezet. In het kwaliteitsdebat hebben we de knuppel in het hoenderhok gegooid door de nut en noodzaak van allerlei kwaliteitsindicatoren als de CQ-index in twijfel te trekken. We plukken daar nu langzamerhand de vruchten van. Verder noem ik de meer recente stappen zoals de samenwerking van onze branche met Zorgkaart Nederland om kwaliteit vanuit de cliënt te belichten en de lancering van de zorgobligatie.’

‘En nu naar Brussel als voorzitter van de European Association of Homes and Services for the Ageing (EAHSA)?

‘Ik ga inderdaad over twee weken al voor een bezoek naar Brussel. Het is heel interessant om de stem van ouderenzorgaanbieders in de Europese arena te laten horen en de lobby te doen. Het is zo dat iedere lidstaat soeverein haar eigen sociale beleid vormgeeft en dat de ouderenzorg dus een binnenlandse aangelegenheid is. Toch wordt in Europa heel veel geregeld wat invloed heeft op het werkveld van zorgaanbieders. Denk aan begrotingsbeleid, regels voor de inrichting van gebouwen, arbeidsregels, noem maar op.  Dat voorzitterschap is overigens vrijwilligerswerk. Ik zal ook nog een baan moeten vinden voor brood op de plank. Daarbij wil ik toch ook van mijn netwerk in de ouderenzorg gebruik kunnen maken. Ik zou de overstap naar de autobandenbranche kunnen maken maar daar ligt niet mijn kennis en expertise uiteraard. Het zal een aan zorg gerelateerde functie worden, maar welke zal nog moeten blijken.’

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.