Dit betekent dat beide geneesmiddelen nu deel uitmaken van het basispakket. De gemaakte afspraken gelden vooralsnog tot 2020.

Pertuzumab

Zorginstituut Nederland adviseerde minister Schippers in eerst instantie om pertuzumab bij een bepaald type uitgezaaide borstkanker (HER2+) niet te vergoeden vanuit het basispakket omdat de kosten te hoog waren. Onderhandelingen van VWS met fabrikant Roche hebben nu geleid tot een prijsdaling van 17,5 procent. Daarnaast zijn vertrouwelijke afspraken gemaakt. Pertuzumab mag worden ingezet bij gemetastaseerde HER2+ borstkanker en bij vroege behandeling van deze kankersoort.

Pembrolizumab

Ook pembrolizumab wordt nu volledig vergoed bij patiënten met  uitgezaaide, niet kleincellige, longkanker. Voor het medicijn is een 6,6 procent lagere openbare prijs afgesproken. Pembrolizumab wordt al vergoed bij melanoom en zat voor de behandeling van longkanker in de pakketsluis. Het Zorginstituut had geadviseerd het onderhandelingsresultaat erop te richten dat opname van pembrolizumab niet tot meerkosten leidt ten opzichte van de inzet van het eveneens dure nivolumab, dat ook bij niet kleincellige longkanker in gebruik is. Minister Schippers is met fabrikant MSD overeengekomen dat er voor alle volwassen patiënten toegang is tot pembrolizumab voor de geregistreerde Europese indicaties. Dat wil zeggen dat het nu ook mag worden ingezet bij longkanker en klassiek Hodgkin lymfoom. 

Effectiviteit dure kankermedicijnen

Vorig jaar verscheen er een artikel in het British Medical Journal over de effectiviteit van dure kankermedicijnen. De Australische expert en arts Peter Wise vraagt zich af in hoeverre het verantwoord is om wereldwijd 110 miljard dollar te besteden aan dure kankermedicijnen, terwijl die het leven vaak maar met slechts enkele weken of maanden verlengen.  Wise pleit voor strengere criteria voor het gebruik er van. Fabrikant Bristol-Meyers Squibb meldde een jaar geleden tegenvallende resultaten met het middel nivolumab. Onder nieuwe patiënten met longkanker zou geen significant verschil te zien zijn tussen immunotherapie met nivolumab en een behandeling met reguliere chemotherapie.