Op 15 februari stuurde de NVZ de dagvaarding voor de bodemprocedure naar het ministerie van vws. Omdat de vereniging van ziekenhuizen bang is dat de wachttijden bij de rechtbank te ver oplopen wilde zij bij voorbaat een afspraak maken over de termijnen binnen de bodemprocedure. Daarmee hoopt de NVZ nog voor het eind van het jaar een uitspraak te krijgen over de maatstafconcurrentie. Die moet immers op 1 januari 2009 ingaan als het aan minister Ab Klink ligt. Volgens de eisers is deze maatregel onrechtmatig. Maatstafconcurrentie confronteert de ziekenhuizen met aanzienlijke risico’s voor hun bedrijfsvoering, terwijl de uitkomsten te onvoorspelbaar en te willekeurig zijn.
Termijnen
De NVZ betreurt het dat VWS, officieel ‘de Staat’, geen afspraken wil maken. Vws-woordvoerder Arnoud Strijbis: “De landsadvocaat heeft de advocaat van de tegenpartij laten weten dat de gebruikelijke termijnen in acht worden gehouden. De Staat ziet geen reden voor het maken van extra afspraken.” Volgens de woordvoerder gaan de partijen eind april met elkaar in overleg en zal dan een besluit vallen over de rest van de procedure. Strijbis: “Ook wij hebben voorbereiding nodig. Bovendien heeft de NVZ de bodemprocedure wel al een half jaar van tevoren aangekondigd, maar de dagvaarding pas onlangs gestuurd.”
Twijfel
NVZ-advocaat Jaap Sijmons ziet ondanks de weigerachtige houding van vws nog voldoende mogelijkheden. Sijmons: “Ik kan de rechter bij voorbeeld via een kort geding vragen als voorlopige maatregel de invoering van maatstafconcurrentie op te houden. Het is minder gelukkig maar als het zo moet dan doen we het.” De advocaat vindt het jammer dat VWS niet een meer pragmatishe benadering heeft willen kiezen. Sijmons: ”Het lijkt erop alsof de minister op geen enkele wijze de suggestie wil voeden dat er twijfel bestaat over de houdbaarheid van zijn maatstafconcurrentie.” (Zorgvisie – Carina van Aartsen)
Lees ook: