Per 1 januari 2012 zijn voor AWBZ gefinancierde instellingen de integrale tarieven inclusief kapitaallasten geïntroduceerd. Het ministerie van VWS wilde inzicht in de ontwikkeling van de werkelijke rentelasten van zorginstellingen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek onderzocht daarom onder meer de werkelijk betaalde rentelast van zorginstellingen en de door de NZa vergoede rente via de genormeerde tarieven in 2011. Het blijkt dat de vergoeding voor de rentelasten – 420 miljoen euro – lager is dan de totale gerealiseerde financiële lasten ter grootte van 463 miljoen euro. Zorginstellingen blijken dus hogere rente voor huur en hypotheek te betalen dan ze vergoed krijgen.

Wettelijk budget

Vóór 2012 kregen instellingen een gegarandeerde vergoeding voor hun kapitaallasten via een wettelijk budget en een vast rentepercentage van vijf procent. Vanaf 2012 wordt voor de vergoeding gekeken naar de renteontwikkeling.

Verband

Het CBS constateert dat er geen duidelijk verband is tussen de afgesloten rentepercentages en een specifieke sector – ggz, gehandicaptenzorg, verpleeg- en verzorgingshuiszorg. Er is ook geen relatie met de grootte van de totale bedrijfsopbrengsten, aldus het CBS. Ook de looptijd van de lening lijkt niet van invloed. Wel van invloed is, volgens het CBS, de kapitaalmarktrente. De werkelijke rentelasten van de instellingen zijn sinds 2001 elk jaar groter dan de rentelasten op basis van de kapitaalmarktrente. Instellingen hebben dus vooral te duur geleend.