Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Behandelaren hebben vaak een te roze bril over het effect van hun eigen behandeling’

Redactie Qruxx
"Een behandeling stoppen vanwege uitblijvend resultaat is niet gebruikelijk in de ggz. Gevolg is dat er vaak lang wordt doorbehandeld zonder dat het helpt." Edwin de Beurs, sinds 2010 betrokken bij kwaliteitsverbetering binnen de ggz, ziet de voordelen van het gebruik van ROMs in de ggz. Maar het is volgens hem moeilijk om onder professionals in de ggz draagvlak voor ROM te behouden en het gebruik van vragenlijsten in de praktijk te implementeren.

De Beurs was inhoudelijk directeur bij Stichting Benchmark GGZ (SBG). Een organisatie geïnspireerd op de value based healthcare-gedachte. “Wij wilden laten zien waar binnen de ggz kwaliteit wordt geleverd.” Sinds 2015 is hij hoogleraar kwaliteitsontwikkeling in de ggz aan de Universiteit Leiden.

Kwaliteitsuitkomsten in de ggz

De vraag naar kwaliteitsuitkomsten kwam volgens De Beurs in eerste instantie van de verzekeraars. Zij werden in 2006 verantwoordelijk om op kwaliteit in te kopen. “De verhouding tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders is niet altijd even goed, er is veel wantrouwen. Toen SGB met ROM aan de slag ging, gaf dat wrijving. Er werd door professionals verdeeld gereageerd. Uiteindelijk is het initiatief gestopt vanwege zorgen over de privacy.” SBG is inmiddels voortgezet door Akwa GGZ. De Beurs: “Persoonlijk betreur ik het dat er door Akwa geen landelijke data meer worden verzameld.”

ROM vragenlijsten

Routine Outcome Monitoring (ROM) is ontwikkeld om een behandeling te ondersteunen. Het maakt gebruik van methodes die ingezet worden bij wetenschappelijk onderzoek om de evidence-base van behandelingen te bepalen. Cliënten vullen regelmatig vragenlijsten in over de klachten; zo monitor je de behandeling. “Een beslissing over de behandeling neem je dan onder andere op basis van de uitkomsten van vragenlijsten”, zegt De Beurs. “De behandeling kan worden bijgestuurd of misschien (tijdelijk) worden gestopt. Eigenlijk hetzelfde wat we doen met Patient Reported Outcome Measures (PROMs) in de ziekenhuiszorg.”

Discussie over meetmethode

Daarnaast heb je met ROM ook uitkomstgegevens van de behandeling op groepsniveau; de gemiddelde uitkomsten van een instelling, locatie, team of behandelaar. De Beurs: “Met voor-na verschilscores stel je de voortgang in gezondheid vast; de aanname van SGB was dat we daarmee ook iets konden zeggen over de kwaliteit van de geleverde zorg. Dat is geheel in lijn met value based healthcare, waar het vooral draait om de outcome; het behandelresultaat door de ogen van de patiënt.”

Toch ontstond discussie over deze meetmethode vertelt De Beurs. “Door sommigen werd gezegd dat de outcome in de ggz te subjectief zou zijn om goed te meten. Maar als het alleen subjectief is, dan zouden we ook geen evidence base onder onze richtlijnen hebben. Voor we ROM hadden, ging het evalueren van de behandeling vaak op klinisch onderbuikgevoel. Dat lijkt mij niet goed. Behandelaren hebben toch vaak een te roze bril over het effect van hun eigen behandeling.”

Meten, weten en gebruiken

Toch heeft ROM de richtlijn wel gehaald. “Alleen werd niet beschreven hoe je vervolgens naar ROM moet kijken en met de meetgegevens om moet gaan. Dat is wat mij betreft een gemiste kans. ROM is een sterk middel om de behandeling te ondersteunen en dat wordt onvoldoende benut.”

De vragenlijsten werden vanaf 2010 wel steeds meer gebruikt. “Veel professionals zagen het echter vooral als een verplichting en gaven weinig om de meetresultaten. Terwijl het juist een hulpmiddel bij de behandeling moet zijn. Het helpt niet om alleen maar de vragenlijsten af te nemen. Het gaat om het meten, weten hoe je de cijfers moet begrijpen en vervolgens hoe je die gegevens kan gebruiken bij de behandeling.”

Professionals gingen veel data verzamelen, vaak digitaal met vragenlijsten die cliënten over hun klachten invulden. Deze gegevens werden landelijk verzameld en SBG maakte daar overzichten van met als doel benchmarken. “Door informatie te delen over je uitkomsten leer je van elkaar. Als iemand anders het beter doet, dan kijk je hoe dat komt, daar word je zelf beter van. Dat is ook de gedachte van vbhc: waarde optimaliseren door van elkaar te leren wat het beste werkt. In de ggz bleken veel professionals daar terughoudend in; er werd allereerst getwijfeld aan de juistheid van de cijfers. De bereidheid om van de data te leren was teleurstellend.”

Een veel gehoorde reactie van behandelaars was volgens De Beurs bijvoorbeeld dat kleinere aanbieders de ‘makkelijkere’ patiënten behandelen en daardoor beter scoren. “De complexiteit van cliënten namen wij wel mee in de benchmark, maar dat doe je dan nooit goed genoeg. Een groot deel van de behandelaars blijft daardoor negatief over benchmarken en ROM denken.”

Wachtlijsten

Complexe problemen in de ggz zorgen voor lange wachtlijsten. De Beurs geeft aan dat ROM kan helpen om de wachtlijsten te verkorten. “Met ROM en nu ook het zorgprestatiemodel proberen we de strijd aan te gaan met de groeiende vraag naar ggz. ROM kan helpen om passende zorg te bieden en de behandeling bijtijds te beëindigen.”

“Als je na een aantal behandelingen ziet dat er geen verbetering optreedt, dan is de kans groot dat dit niet de goede behandeling is. Doorgaan is zonde van de tijd, het geld en ook niet goed voor de cliënt. Alleen, behandelaars in de ggz laten cliënten niet zomaar in de steek. Een behandeling stoppen vanwege uitblijvend resultaat is niet gebruikelijk. Gevolg is dat er vaak lang wordt doorbehandeld zonder dat het helpt.” De Beurs benadrukt dat ook de doorstroom binnen de ggz een probleem is. “Als de behandeling niet aanslaat, kan je niet zomaar een cliënt doorverwijzen. Dat draagt er ook aan bij dat behandelingen te lang doorgaan.”

Met ROM krijg je inzicht in de klachten van een cliënt. “Door vragenlijsten kijk je samen met de cliënt waar je met de behandeling staat. Je krijgt beter inzicht in het beloop van de klachten, kan zo beter zien welke kant het opgaat en onderbouwen wanneer een behandeling gestopt kan worden. Ook onderzoek toont aan dat ROM helpt de behandeling te bekorten.”

Verder helpt ROM bij samen beslissen. Er is wetenschappelijk onderzocht dat mensen meer tevreden zijn over beslissingen die zij samen met de behandelaar maken als daar ROM-gegevens bij betrokken zijn. Het gebruik van vragenlijsten is dus in het voordeel van de cliënt, de behandelaar en gunstig voor cliënten op de wachtlijst.”

Nieuwe behandelingen

Het is volgens De Beurs moeilijk om onder professionals in de ggz draagvlak voor ROM te behouden en het gebruik van vragenlijsten in de praktijk te implementeren. “De nadruk die met SBG kwam te liggen op benchmarken heeft niet geholpen om ROM op de juiste manier toe te gaan passen in de ggz”. Toch helpt inzicht in de kwaliteit en vbhc ook bij de ontwikkeling van nieuwe behandelingen. “De afgelopen decennia hebben we daar in de ggz geen grote sprongen in gemaakt. Dat is zorgelijk. Er zijn wel manieren om kwaliteit van zorg in de ggz te verbeteren, alleen daar hebben we ook data bij nodig.”

Belangrijk daarbij is volgens De Beurs om de cliëntenorganisaties te betrekken. “Dat hebben wij in verleden te weinig gedaan. Als cliënt heb je tijdens je behandeling recht op deze informatie en ook op informatie over waar je de beste behandeling kunt krijgen. Laten we daarom samen kijken hoe we dit het beste vorm kunnen geven.”

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.