Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Continu meten van patiëntuitkomsten levert op alle niveaus veel op’

Redactie Qruxx
Ruud Selles, bewegingswetenschapper en hoogleraar Revalidatiegeneeskunde en Plastische Chirurgie aan het Erasmus MC, leidt een onderzoeksgroep in hand- en polschirurgie en -revalidatie. "We hebben software ontwikkeld waarmee we patiënten geïntegreerd in het zorgproces vragenlijsten sturen voor en na de behandeling." De patiënten zijn er positief over.

“In hand- en polschirurgie bestaan heel veel aandoeningen en behandelingen. Je handen zitten vol botjes, pezen, gewrichten en bandjes die allemaal kunnen scheuren of waarin slijtage kan optreden. Sommige aandoeningen zijn zeldzaam en er zijn er nogal wat waar we nog nooit gerandomiseerd onderzoek naar hebben kunnen doen. Dat gaat ook niet lukken, omdat je dan jaren bezig bent om een te klein aantal patiënten te includeren. Ondertussen liggen de patiëntuitkomsten die we dagelijks per behandeling verzamelen voor het grijpen. We kunnen er op een efficiënte manier effectiviteitsonderzoek mee doen. Dezelfde data gebruiken we op drie niveaus; voor wetenschappelijk onderzoek, voor benchmarking tussen zorgverleners en in de spreekkamer waar artsen patiënten kunnen informeren op basis van historische data over wat het objectieve effect van een behandeling zal zijn.”

Hoe gaat het verzamelen van data in zijn werk?

“In plaats van steeds losse onderzoeksprojecten te doen die zich op een aandoening richten, hebben we een manier opgezet om continu van alle patiënten in de kliniek de uitkomsten te meten. We werken hierin samen met Xpert Clinics Hand- en Pols en revalidatiecentrum Rijndam. Hun patiënten zijn onze onderzoekspopulatie geworden. We hebben software ontwikkeld waarmee we patiënten automatisch, geïntegreerd in het zorgproces, vragenlijsten sturen voor en na de behandeling.

Wat het relatief eenvoudig maakt, is dat je bij hand- en polsaandoeningen vooral patiëntgerapporteerde uitkomsten hebt zoals pijn, handfuncties, terugkeer naar werk en kwaliteit van leven. Je hoeft er geen bloedwaardes of de uitslag van een MRI in mee te nemen zoals bij veel andere aandoeningen. Op basis van de data maken we dashboards met uitkomsten en normwaardes, color coding van extreme waardes, persoonlijke hulpvraag en screeningtools op mentale gezondheid. Voor veel aandoeningen verzamelen we wetenschappelijk evidentie over wat de uitkomsten zijn en kunnen we voorspellen welke patiënten de meeste baat hebben bij een bepaalde operaties.”

Wat zijn de resultaten tot nu toe?

“Een voorbeeld van onze bevindingen: je kunt mensen opereren aan artrose in de duim, maar wij hebben laten zien dat 85 procent uiteindelijk niet geopereerd hoeft te worden als je begint met fysiotherapie en het gebruik van een spalk om het gewricht te beschermen. Dat scheelt operaties en ook werkverzuim.

Verder hebben we net een door ZonMw gefinancierd project afgerond waarin patiënten en zorgverleners uitgebreid gevraagd is wat zij ervan vinden dat die data in de spreekkamer gebruikt worden. Dat blijkt opvallend positief. Zorgverleners kunnen met uitkomstinformatie doelgerichter het gesprek aangaan met de patiënt. Patiënten waarderen de zorg en de deskundigheid van de arts beter, hebben het gevoel dat ze samen kunnen beslissen over de behandeling en vinden hun behandeling geloofwaardiger. Een arts kan wel zeggen dat het vaker voorkomt dat de patiënt na drie maanden nog niet pijnvrij is, maar als hij dat kan onderbouwen met data is dat toch overtuigender.

Wel moeten we ervoor oppassen patiënten niet te overvragen met alle vragenlijsten. 60 tot 75 procent van de patiënten vult de vragenlijsten in en er is soms sprake van wat vermoeidheid op dit vlak. Dat wordt minder als we goed uitleggen waarom ze de vragenlijsten invullen en als ze het voordeel daarvan zelf ervaren. Ondertussen zijn we bezig korte manieren te vinden om informatie uit te vragen.”

Welke uitdagingen zijn er nog meer?

“Binnen éen kliniek is de uitwisseling van gegevens goed te doen, maar dat is anders als patiënten bijvoorbeeld van de neurologie naar het revalidatiecentrum en daarna naar een fysiotherapeut in de wijk gaan. Dit zijn patiënten die na een beroerte arm- en handproblemen hebben gekregen. De software is er niet in voorzien om de juiste gegevens tussen verschillende disciplines uit te wisselen. Het is onze ambitie om dat op te lossen.

Daarbij is het ontwikkelen van software en de juiste infrastructuur organiseren kostbaar. We investeren erin omdat de opbrengsten uiteindelijk groter zijn dan de kosten. Het frustrerende is dat we sturen op uitkomsten, zoals in het IZA wordt verlangd, maar daar niet voor beloond worden. Zorgverleners die dezelfde behandelingen verrichten maar geen uitkomsten kunnen laten zien, worden niet gekort. Zorgverzekeraars en overheid moeten daar een stap in zetten. Wij zijn er in ieder geval klaar voor. We kunnen laten zien wat we doen en bijsturen als iets niet goed gaat, maar in zowel revalidatie en chirurgie zijn wij nog wel de uitzondering.”

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.