
Steeds meer ouderen wonen langer
Rapport informatie
- Rapport naam:
- Toekomstverkenning mantelzorg aan ouderen in 2040
- Sector:
- Ouderenzorg
- Soort:
- Onderzoek / Wetenschap
- Afkomst:
- Sociaal en Cultureel Planbureau
- Auteur:
- Sjoerd Kooiker, Andries de Jong (PBL), Debbie Verbeek-Oudijk, Alice de Boer
- Aantal pagina’s :
- 48
- Verschijningsdatum:
- 1 november 2019
- Link naar rapport:
- Toekomstverkenning mantelzorg 2040
- Samenvatting:
In de periode 2014 – 2016 ontvingen jaarlijks ongeveer 215.000 zelfstandig wonende ouderen van 75 jaar en ouder (19 procent) mantelzorg. In dezelfde tijdspanne hielpen 2,1 miljoen volwassenen een 75-plusser met gezondheidsproblemen, van wie 1,1 miljoen mensen daaraan wekelijks 4 uur of meer besteedden. In de raming van het toekomstige aantal mantelzorggevers richten we ons op de laatstgenoemde, intensievere mantelzorg.
Toekomstvoorspelling
Volgens de raming zal de omvang van de groep oudere mantelzorgontvangers tussen 2018 en 2040 met ongeveer 70 procent toenemen: van bijna 230.000 personen in 2018 naar bijna 390.000 in 2040 (onder de veronderstelling dat zich onder 75- tot 84-jarigen een trendmatige gezondheidsverbetering zal voordoen). Het aantal gevers van mantelzorg (4 uur of meer per week) aan deze zelfstandig wonende ouderen neemt in diezelfde periode echter veel minder toe, namelijk met nog geen 7 procent (van 1,11 miljoen naar 1,18 miljoen). Wanneer we het geven en het ontvangen op elkaar betrekken, dan zien we dus dat een sterke daling te verwachten is in de ratio van het aantal gevers van mantelzorg per ontvanger. Was de verhouding in 2018 nog vijf gevers van mantelzorg op een ontvanger, volgens de huidige raming zal die verhouding in 2040 zijn gedaald tot ongeveer drie op een.
Grootste groei: ouderen voor ouderen
De grootste verandering voor de toekomst zien we in de geraamde groei van de zorg van oudere ouderen voor elkaar. Het aandeel van 75-plussers in de mantelzorg aan leeftijdsgenoten zal stijgen van 10 procent in 2018 naar bijna 18 procent in 2040, een toename van bijna 80%. In de krimpregio’s van Nederland is er sprake van een grotere verschuiving tussen de leeftijdsgroepen dan elders: relatief meer onderlinge mantelzorger van 75-plussers en minder hulp van 50-74-jarigen, wat vaak neerkomt op minder hulp van kinderen aan hun ouders.