Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘We beseffen nog niet hoe waardevol data zijn’

Redactie Qruxx
Hoe kun je leren en verbeteren aan de hand van PROMs en wat levert dat op? Tijdens een webinar van Linnean met arts-onderzoeker bij Erasmus MC Maarten Dorr, KNO-arts bij Erasmus MC Floris van Zijl en hoogleraar Sociale geneeskunde bij het Amsterdam UMC Martine de Bruijne stond die vraag centraal. “Meten is weten. Daarna kun je overgaan tot verbeteren.”

Maarten Dorr, arts-onderzoeker bij Erasmus MC, vertelt dat de literatuur vier methodes voor leren en verbeteren op basis van geaggregeerde, dus samengevoegde patiëntgerapporteerde uitkomstinformatie laat zien:
1 Benchmarken op basis van uitkomsten
2 Plan-do-study-act cyclus
3 Dashboarding (realtime weergave van de PROM-uitkomsten)
4 Geaggregeerde rapportages (dashboards op papier)

Effect meten is echter lastig. Dorr: “We zien een beperkt effect van de verschillende methodes. Kwalitatieve data verkrijgen is belangrijk.” Dat geldt voor de spreekkamer, maar ook op geaggregeerd niveau.

Wilt u dit soort artikelen iedere donderdag in uw mailbox ontvangen?
Schrijf u in voor de nieuwsbrief van Qruxx >>

Anders opereren

KNO-arts bij het Erasmus MC Floris van Zijl: “Wij hebben een routine geïmplementeerd waarbij patiënten gestandaardiseerd vragenlijsten invullen, voor én na de operatie. Met die PROMs meten we de winst van de operatie.” De PROMs zijn bijvoorbeeld voor neusoperaties onmisbaar, zegt Van Zijl. “Je moet of de ademhaling of het uiterlijk verbeteren, daarvoor zijn geen objectieve maatstaven. Patiënten zelf zijn het meest gekwalificeerd om te bepalen of iets gelukt is.”

Van Zijl zegt dat uit PROMs aanwijzingen komen dat je dingen anders moet doen. “Meten van de uitkomsten verbetert de uitkomsten niet. Het is pas zinnig en leerzaam als je kijkt waar je steken laat vallen en of je anders moet opereren.” In het geval van zijn afdeling bleek het gebruik van donorkraakbeen een verkeerde keuze. “Dat gebruiken we niet meer.”

Verpleegkundigen

Martine de Bruijne, hoogleraar Sociale geneeskunde bij het Amsterdam UMC,  benadrukt de rol van de verpleegkundige: ”Patiënten benaderen eerder verpleegkundigen en vertellen meer, bijvoorbeeld over angst en over wat ze belangrijk vinden in hun dagelijks functioneren. Dat zijn domeinen die je terugziet in generieke PROMs.” Generieke PROMs zitten dan ook dicht bij het verpleegkundig domein.

Van der Wal: “We trainen zorgprofessionals op het afnemen van vragenlijsten, zodat we het goed kunnen doen. Je voert een gesprek met de patiënt en verifieert de uitkomsten. Daarna kun je de juiste data doorgeven aan de arts.”

Meten is weten

De Bruijne: “We zeggen dat we willen bijdragen aan de patiënt door het meten van PROMs, maar als we het doen, krijgen we ook algemene gegevens van de patiënt cadeau. Het speelveld verandert. We sturen op zaken waar we eerder niet op stuurden, bijvoorbeeld op de sociale doelen die we eerder bij de huisarts lieten liggen. Voor de patiënt is het dagelijks functioneren belangrijker dan de klinische uitkomst. We moeten zorg ontwikkelen die de nieuwe uitkomsten verbetert.”

Maarten Dorr tot slot: “Data zijn waardevol, maar dat beseffen we nog niet. Maar meten is weten.”

De bijeenkomst is terug te kijken via het YouTube-kanaal van het Linnean Initiatief.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.