Om de kwaliteit van zorg en de kosten zo optimaal mogelijk te organiseren is het St. Antonius daarom gestart met zorgketens, die dwars door alle disciplines van het ziekenhuis heenlopen.
Zo’n keten borduurt verder op de verbeterteams die het ziekenhuis al heeft. Een verbeterteam is georganiseerd rond een aandoening om de kwaliteit te verbeteren. “Deze methode werkt en leidt tot mooie resultaten in de kwaliteit van zorg en de reductie van kosten”, legt Van der Nat uit. Er werd duidelijk geleerd op basis van data en de vergelijking met andere centra. Maar een van de klachten over de aanpak was de tijd en planning die het koste en de plek die alle verbeterteams innamen in de rest van de organisatie. Overleggen werden vaak in de avond gehouden en sommige medewerkers wisten door alle initiatieven niet meer in welk overleg ze zaten.
Integrale verantwoordelijkheid
“We wilden een volgende stap zetten en die teams verder inbedden in de organisatie.” Een zorgketen lijkt op wat de verbeterteams doen, maar met een aantal aanvullingen. De zorgketen heeft bijvoorbeeld een integrale verantwoordelijkheid voor kwaliteit van zorg. Ook is iedereen die betrokken was bij de patiëntengroep bij de zorgketen gevoegd en is er onder meer een dagelijks bestuur van een medisch leider, verpleegkundig leider en een hoofd.
Horizontaal overleggen
Van 25 verbeterteams zijn tien zorgketens gemaakt. Onder meer de overlegstructuren zijn hiermee vereenvoudigd. Van der Nat hoort van artsen dat iedereen nu ook gedwongen wordt om horizontaal te overleggen. Ook lijkt er beter gebruik te worden gemaakt van data. Maar, medewerkers ervaren ook dat er nieuwe organisaties ontstaan binnen oude organisaties waartussen het contact soms moeizamer kan gaan. Ook kan het besturen van de zorgketen ingewikkeld zijn. “We zijn op verschillende borden aan het schaken.”
Doelstellingen halen
Van der Nat benadrukt het gebruik van zorgketens vooral te zien als een manier om doelstellingen te halen zoals de kwaliteit van zorg verbeteren. “Het is heel makkelijk om alles maar in zorgketens te vatten. Als het mogelijk is om doelstellingen met ketenpartners te bereiken, zonder ook verregaand met partners te integreren, dan heeft dat natuurlijk de voorkeur.”