De reis van Piet
Vanuit de cliënt gezien kan een combinatie van zorgvormen heel logisch zijn. Neem Piet, een voormalig muziekleraar van 76 jaar met een passie voor jazz. Sinds zijn jonge jaren kampt Piet met psychische problemen en is hij op vroege leeftijd te veel gaan drinken. Hij raakte zijn baan kwijt, vervolgens zijn relatie en zijn huis. Soms bracht hij nachten door op straat, soms had hij een plaats in de nachtopvang. In een betere periode had hij contact met hulpverleners uit het maatschappelijk domein of de geestelijke gezondheidszorg. Regelmatig verbleef hij in het ziekenhuis, nu is hij opgenomen in een gespecialiseerd verpleeghuis. Gelukkig zijn er geïntegreerde zorgorganisaties die Piet kunnen bijstaan in zijn leven, met allerlei verschillende vormen van zorg en met daartoe opgeleide hulpverleners.
De informatievoorziening tijdens de ‘cliëntreis’ van Piet is niet eenvoudig. Deels omdat er periodes zijn dat Piet de zorg vermeed, deels omdat gegevensuitwisseling tussen zorgorganisaties nog gebrekkig is. Zorginformatiebouwstenen moeten daarin gaan helpen. Het voordeel van een geïntegreerde zorgorganisatie is dat er één dossier is waarin de hele cliëntreis wordt vastgelegd. Maar is dat ook echt zo?
Jein, zoals de Duitsers zeggen. Ja omdat een geïntegreerde zorgorganisatie één ECD heeft waarin elke cliënt precies één dossier heeft. Nee omdat zo’n organisatie voor meerdere cliëntgroepen werkt en een ECD in de maat ‘one size fits all’ voor geen enkele cliëntgroep goed past. Immers, in de maatschappelijke opvang, de geestelijke gezondheidszorg en de verpleeghuiszorg is niet alleen de inhoud van het dossier (methodieken, risico’s, cliëntkenmerken, formulieren, …) verschillend, maar ook de inhoud van de processen (screening, intake, evaluatie, …).
Inrichtbaar op verschillende cliëntgroepen
Hoe kan het dan wel? Een ECD voor een geïntegreerde zorginstelling moet inrichtbaar zijn op de verschillende cliëntgroepen. Voor elke groep kan een zorgprofiel ingericht worden met een bijbehorende methodiek (Triple C, Laccs, Zorgleefplan, Omaha, Mikzo, Positieve Gezondheid, …) en een relevante set van te beoordelen risico’s en in te vullen formulieren. Ook de processen en de autorisaties kunnen per zorgprofiel ingericht worden. Als voorbeeld, in de geestelijke gezondheidszorg mag een WGBO-behandelaar zonder consent van de cliënt geen toegang hebben tot het WMO-dossier. Andersom mag een WMO-begeleider zonder consent van de cliënt geen toegang hebben tot het WGBO-dossier.
De cliënt in het hart van het ECD
Daarmee komt de cliënt in het hart van het ECD te staan. De cliënt heeft een ‘levensloopdossier’ met algemene informatie en subdossiers voor de verschillende fasen van zijn levensloop. De cliënt (of zijn wettelijk vertegenwoordiger) heeft regie over zijn levensloopdossier, speelt een actieve rol in het zorgproces en overlegt met zijn zorgverleners. Gegevens worden ‘native’ opgeslagen in de vorm van zorginformatiebouwstenen zodat gegevensdeling met andere zorgorganisaties eenvoudiger is.
De brug tussen diverse zorgbehoeften
Zoals de levensreis van Piet illustreert, vereist de overgang naar écht geïntegreerde zorg een flexibele en cliëntgerichte benadering waarbij technologie de brug is tussen diverse zorgbehoeften en -diensten. Een ECD dat de unieke levensreis van elke cliënt omarmt, is niet alleen een ambitieuze stap vooruit maar ook een noodzakelijke. Hierdoor wordt de kloof tussen verschillende zorgsectoren overbrugd én wordt de basis gelegd voor een toekomst waarin elke cliënt, zoals Piet, centraal staat in een zorgsysteem dat net zo uniek is als de eigen levensreis.
Door: Freek Erens, Adapcare