In 2017 startte het programma Uitkomstgerichte zorg, met een budget van 70 miljoen euro, onder regie van het Zorginstituut. Acht jaar later is nog steeds geen enkele set van uitkomstindicatoren landelijk geïmplementeerd en is het Zorginstituut de regie over het proces al een tijdje kwijt. In de podcast Voorzorg gaat redacteur Pierre de Winter in gesprek met senior redacteur Bart Kiers over waarom het maar niet wil vlotten met transparantie over kwaliteit van zorg.
In 2022 moest er voor 50 procent van de ziektelast uitkomstinformatie beschikbaar zijn. Dat doel had oud-minister Edith Schippers van VWS gesteld in 2015, het ‘Jaar van de Transparantie’. Onwillige partijen zouden met de doorzettingsmacht van het Zorginstituut te maken krijgen, waarschuwde ze. Na een voortvarende start, haalt het ministerie van VWS in 2018 de regie en de doorzettingsmacht echter weer weg bij het Zorginstituut. Waarom trapten medisch specialisten en ziekenhuizen op de rem? Hoe kan het er zo weinig progressie is op het gebied van transparantie van kwaliteit?
Transparantie kwaliteit
Veel vergaderen, ambitieuze doelen formuleren, zonder al te veel bruikbaar resultaat in de dagelijkse praktijk. Dat is het onderliggende patroon dat de Algemene Rekenkamer al in 2013 in het rapport ‘Indicatoren voor kwaliteit in de zorg’ al blootlegde: “Zo hebben ministers en zorgsectoren ambitieuze doelstellingen geformuleerd, afspraken gemaakt, taken toegewezen, stuurgroepen geformeerd, visies geschreven, lijsten met indicatoren opgesteld, indicatoren gemeten en geld en tijd geïnvesteerd.”
Het doel van uitkomstinformatie voor 50 procent van de ziektelast is in 2022 verschoven naar 2025, maar ook die deadline lijkt volstrekt onhaalbaar. Wat moet er gebeuren om de stagnatie te doorbreken?
Lees ook: VWS floot Zorginstituut terug bij programma Uitkomstgerichte zorg