Wat wél motiveert? Ruimte. Om te leren, te proberen, samen te groeien en zinvol werk te doen. Minder regels, meer gezond verstand. Dit leiderschapsprincipe wordt al decennialang gezien als succesformule en nog steeds pleiten hedendaagse leiders ervoor, maar de praktijk is weerbarstig. Werkdruk, kleine contracten, strakke roosters en routinematig overleg drukken het enthousiasme uit het werk. Creativiteit en initiatief verdwijnen onder formats, protocollen en afvinklijstjes.
Laat vernieuwing bijdragen
In veel organisaties is innovatie ondergebracht bij een aparte afdeling, een klein clubje vernieuwers dat verantwoordelijk is voor verandering namens de rest. Terwijl vernieuwing juist iets is waar de hele organisatie aan zou moeten bijdragen. Overal werken mensen die willen verbinden, experimenteren en plezier maken. Fun makes people run. Die ruimte is cruciaal voor behoud van professionals, maar blijft vaak onbenut. Ook managementwisselingen zorgen voor onrust en kortetermijndenken. Daardoor wint beheersing het vaak van vernieuwing.
Een sterke organisatie combineert stabiliteit met speelruimte, structuur met nieuwsgierigheid. Alleen wanneer die balans klopt, ontstaat echte vooruitgang. Laat medewerkers daarom experimenteren met een helder doel, op een terrein dat bij hen past. Laat ze professioneel uitproberen, actief om feedback vragen, en stimuleer het delen van wat werkt en niet werkt. Zoek bewust naar afwijkende ideeën in de organisatie, en durf bestaande routines los te laten. Bovenal: geef experimenteren dezelfde prioriteit als productiviteit. Alleen dan wordt vernieuwen vanzelfsprekend gedrag in plaats van iets dat in de marge gebeurt.
Tijd vrijmaken
Begin met het vrijmaken van tijd. Gebruik de winst van technologie en procesverbetering niet om de werkdruk verder op te voeren, maar om ruimte te creëren voor groei. Geef medewerkers structureel 10 procent van hun werktijd om te leren, te vernieuwen of elders inspiratie op te doen. Voeg naast productiecijfers ook kpi’s toe voor leren en vernieuwen. Wat belangrijk is, moet je meten, sturen én vieren.
Deze manier van werken vraagt ander leiderschap: ambidextrous leadership – het combineren van beheersing én vernieuwing. Managers moeten niet reflexmatig grijpen naar controle, maar ruimte geven aan teams en het ongemak van niet-weten durven verdragen. Leiderschap is niet druk zijn, maar aanwezig zijn en de rust hebben om verder te kijken dan productiviteit en ad hoc oplossingen.
Denk, reflecteer en leer
Veel bestuurders gunnen zichzelf die rust niet. Maak daarom ‘lege plekken’ in agenda’s en jaarplannen – tijd om te denken, reflecteren en leren. Financier die ruimte uit wat technologie oplevert, maar gebruik AI niet om de productienorm nóg verder op te voeren. Geef die ruimte betekenis. Want de toekomst van zorg begint niet met een nieuw format, maar met ruimte om te proberen. Wie experimenteren net zo serieus neemt als productie, bouwt aan een organisatie die niet alleen overleeft, maar betekenisvol groeit.
Door Simon Heesbeen, adviseur en programmamanager in de zorg, en Ton Wintels, GZ-psycholoog en bedrijfskundige