Door de afschaffing van het bouwregime is het voor banken risicovoller om leningen te verstrekken aan zorginstellingen. Ze zijn daarom extra kritisch. Onduidelijkheid over het overgangsregime en de kredietcrisis hebben de terughoudendheid versterkt. “De zeven vette jaren wat de financiering betreft, zijn voorbij”, aldus Bellers. “Het lastige voor ons is dat we niet kunnen voldoen aan de stijgende behoefte bij instellingen omdat ook voor ons de risico’s zijn toegenomen.”
Buffers niet onbeperkt
Het WfZ staat garant voor circa 8 miljard euro aan leningen. Als een instelling zijn betalingsverplichtingen niet meer kan nakomen, kan de bank aankloppen bij het WfZ. De buffers van het fonds zijn echter niet onbeperkt. Momenteel bedragen die 180 miljoen euro. Als deze pot leeg is, moet het WfZ een beroep doen op zijn leden. Op basis van de huidige regels kunnen die dan voor ongeveer 250 miljoen worden aangeslagen. Pas daarna fungeert de overheid als vangnet. Bellers: “We doen alles om te vermijden dat we bij de leden langs moeten gaan. Die stellen dat niet op prijs.“De risicoselectie van het WfZ leidt ertoe dat het fonds scherper selecteert tussen degelijke en minder degelijke projecten. Zo kon het gebeuren dat het WfZ vorig jaar weigerde om een lening van Orbis te garanderen.
Toenemende investeringsaanvragen
De nieuwe opstelling van het WfZ leidt er ook toe dat het fonds niet langer ongelimiteerde bedragen per klant garandeert. Bellers constateert dat zorginstellingen zich aanpassen en dat de gemiddelde kwaliteit van de investeringsaanvragen toeneemt. Sinds januari van dit jaar heeft het fonds voor 700 miljoen euro aan langlopende leningen geborgd. In heel 2008 was dat 953 miljoen. Verder zijn sinds begin dit jaar garanties afgegeven voor 730 miljoen euro aan nieuwe kortlopende leningen. “Ons loket is zeker niet dicht”, aldus Bellers. (Zorgvisie –
Lees ook:
Deelname WFZ groeit met bijna tien procent
Borgstellingen voor Orbis zijn binnen
Garanties aan Orbis voorlopig niet rond