Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Aansprakelijkheid bij familieparticipatie

Toenemende personeelstekorten en veranderende inzichten over ‘leven en zorgen’ geven ziekenhuizen aanleiding zich verder te bezinnen op de verdeling van zorgtaken.
Senior Couple Holding Hands
Beeld: Ridofranz / Getty Images / iStock

Door Rankie ten Hoopen en Judith Wintgens-van Luijn, wetenschappelijk medewerker en advocaat bij Boels Zanders

Nadat de aandacht zich eerder vooral richtte op nieuwe categorieën (formele) beroepsbeoefenaren, zoals physician assistants, komen thans informele zorgverleners meer in beeld. Familieleden of andere naasten van opgenomen patiënten kunnen immers bijdragen aan zorgverlening. Enkele ziekenhuizen werken al met ‘familieparticipatie’; soms is daarvoor een ’mantelzorgacademie’ opgezet. Elders worden pilots voorbereid. Uit de media-aandacht daarvoor afgelopen zomer bleek dat de initiatiefnemers nog niet alle juridische aspecten hadden doordacht.  De verantwoordelijkheid van het ziekenhuis voor de kwaliteit van de zorg (Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg) en civielrechtelijke aansprakelijkheidsrisico’s nopen ertoe ook oog te hebben voor de juridische gezichtspunten van mantelzorg.

Juridische dimensie

Aspecten als privacy, beroepsgeheim, omgang met het epd en, bij wilsonbekwame patiënten, vertegenwoordiging (de mantelzorger is niet steeds de tot vertegenwoordiging bevoegde persoon) onderstrepen het belang van de juridische dimensie. De rechtsposities zijn niet dezelfde als bij het werken met vrijwilligers. Vrijwilligers zijn, kort gezegd, werkzaam in opdracht van het ziekenhuis ten behoeve van één of meer patiënten. Mantelzorgers verrichten hun diensten zonder opdracht voor een bepaalde naaste. Overigens kan het onderscheid in de praktijk soms flinterdun zijn. Mantelzorgers mogen naast verzorgende taken ook (voorbehouden) handelingen van verpleegtechnische of medische aard verrichten. Bijvoorbeeld injecties toedienen. De Wet BIG, alleen geschreven voor beroepsmatig handelen, laat dit toe.

Aansprakelijkheid

Als mantelzorgers een fout maken en schade veroorzaken, zijn zij zelf civielrechtelijk, eventueel ook strafrechtelijk, aan te spreken. Het ziekenhuis of een betrokken arts is niet aansprakelijk, tenzij de mantelzorger is te beschouwen als een hulppersoon, gebruikt bij het uitvoeren van de behandelingsovereenkomst met de patiënt (artikel 6:76 Burgerlijk Wetboek). In de juridische literatuur wordt dit laatste veelal niet aangenomen. De mantelzorger is, zo menen ook wij, niet zodanig bij de uitvoering van de behandelingsovereenkomst betrokken dat deze kwalificatie terecht is. Rechtspraak hierover ­ontbreekt vooralsnog.

Schending van de zorgplicht

Het ziekenhuis of een betrokken arts of verpleegkundige kan wel aansprakelijk zijn wegens schending van de eigen zorgplicht. Deze plicht impliceert dat tekortkomingen van mantelzorgers zoveel mogelijk moeten worden voorkomen door na te gaan of bij hen wel de vereiste kennis en ervaring (‘bekwaamheid’) aanwezig is, adequate instructies te geven en tot op zekere hoogte toe te zien op de juiste uitvoering daarvan. Gewoonlijk voert de mantelzorger de handelingen vooral thuis uit (zonder toezicht). Als deze mantelzorger vaker in het ziekenhuis zal worden ingeschakeld als onderdeel van de formele zorg die daar wordt geleverd, dan wordt de scheidslijn tussen het wel of niet zijn van hulppersoon wel heel dun.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.