Beenkens vroeg 485 trombosepatiënten wat hen beweegt om voor e-health te kiezen. De e-healthtoepassing voor deze patiënten houdt in dat patiënten zelf met een apparaatje de stollingswaarde van hun bloed meten en de gegevens via internet met de trombosedienst uitwisselen. Normaal gesproken bezoeken deze patiënten maandelijks de trombosedienst, waar artsen na bloedafname medicatieschema’s opstellen.
Geen reis- of wachttijd
“De patiënten verwachten van e-health vooral winst op het gebied van welzijn”, stelt de promovendus. “Ze hebben geen reis- en wachttijd meer naar de trombosedienst en kunnen ook gewoon op vakantie. Wat ze verder uiteraard belangrijk vinden is dat de kwaliteit van de zorg goed is.” Opvallend zijn de verschillen tussen hoger en lager opgeleide patiënten. “Hoogopgeleiden zien een duidelijke meerwaarde in e-health,” zegt Beenkens. “Zij vinden het daarom geen probleem tijd en moeite te steken in het leren werken met de apparaten. Lager geschoolden zijn vaak onzekerder en laten zich sneller uit het veld slaan als het ze te ingewikkeld lijkt. Organisaties die e-health willen invoeren, moeten daarom niet alleen goed kijken welke patiëntengroepen voor e-health in aanmerking komen, maar ook de trainingen op maat aanbieden.”
Welzijn
De onderzoeker adviseert in zijn proefschrift dat de meerwaarde voor het patiëntenwelzijn voorop moet staan. “Eventuele financiële voordelen zie je pas later terug, bijvoorbeeld nadat de organisatie beter wordt ingericht om met e-health te werken. Ook moet er meer onderzoek gedaan worden naar patiënttevredenheid, en naar ervaringen van patiënten met e-health over een langere periode. Dat staat namelijk nog in de kinderschoenen.” (Zorgvisie / ICTzorg – Mark van Dorresteijn | Twitter)
Proefschrift
Het proefschrift ‘Acceptance of E-Health Technology: a Patient Perspective’