Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Behandelingen vergelijken: in de somatiek vanzelfsprekend, ingewikkeld in de ggz’

Redactie Qruxx
Er is geen eenduidig standaard protocol voor iemand met mentale problemen. “Informatie delen om de behandeling te vergelijken is ingewikkeld als het gaat om de ggz,” zegt Elske van den Berg, directeur van het centrum voor eetstoornissen en obesitas Novarum.

De directeur geeft het belang van de meten in de ggz aan. “Er is nog zoveel onbekend over mentale problemen. De ggz verandert, juist nu is de doorontwikkeling belangrijk.”

Eigen benchmark

Het is volgens Van den Berg niet de vraag of er meer data nodig is binnen de ggz. “Er is geen andere manier dan grootschalig meten op individueel, groepsniveau en in klinische trials. Daarmee maak je de behandeling transparant en bouw je duidelijkheid op over hoe werkzaam een interventie is.”

Novarum gebruikt daarom ROM binnen alle zorgpaden. “Meten betekent bijhouden van de effecten. Deze metingen hebben wij nu binnen onze kliniek en poliklinieken overal hetzelfde gemaakt. Daarmee onderzoeken we of de methode die wij gebruiken voor onze groep cliënten werkt. En cliënten voelen zich serieus genomen door samen de voortgang te evalueren.”

Van den Berg wil de verzamelde data graag gebruiken als benchmark met andere gespecialiseerde eetstoornis behandelcentra “Dan krijgen wij als veld hopelijk beter zicht op wat voor onze groep cliënten een effectieve  behandeling kan zijn. Zo kan je behandelingen uiteindelijk evidence based vormgeven. Onze behandeleffecten deel ik met andere organisaties in het land, zo kan iedereen er van leren. Daar ben ik heel transparant in”.

Drempel

De directeur weet dat er binnen de ggz een drempel ligt om informatie te delen. “Dat speelde in de somatiek ook, inmiddels zijn zij daar een stap verder. Goede voorbeelden zien en horen is ontzettend belangrijk. Niet transparant zijn is echt een no-brainer.”

Dat er angst speelt dat door transparantie zorg niet meer vergoed wordt is volgens Van den Berg terecht. “Je mag toch hopen dat juist door een goede analyse van data instellingen die slechte zorg leveren of rommelen met de vergoeding hierdoor aangepakt kunnen worden.” Samen optrekken met de zorgverzekeraar is daarvoor noodzakelijk. Zij hebben ons nodig om de data goed te begrijpen. Maar ook in gesprek te zijn over dat doelmatige zorg niet altijd de meest goedkope zorg betekent.  Wij helpen de zorgverzekeraar weer om de ggz zorg richting te geven.”

Behandeleffecten onbekend

Data is ten slotte noodzakelijk omdat er nog weinig bekend is over behandeleffecten in de ggz, vertelt Van den Berg. “We weten dat een positieve verandering vroeg in de behandeling voorspellend is voor het eindresultaat. En voor een aantal stoornissen is voldoende onderbouwd welke behandeling effectief is, vertelt Van den Berg.

“Het effect van een  eetstoornisbehandeling ligt tussen de 50 en 60 procent, voor anorexia is dat nog lager. En het bewijs daarvoor komt vaak vanuit wetenschappelijke studies waarbij meestal alleen ideale situaties worden onderzocht. In werkelijkheid komen klachten niet alleen, er is altijd meer aan de hand. We weten nog zo weinig over de mentale toestand van mensen.”

Van den Berg beschrijft dat er bijvoorbeeld vroeger nog geen boulimia werd vastgesteld. “Het was er waarschijnlijk wel, maar we wisten er niks van. Door de aandoening te beschrijven, te meten en met elkaar te delen is daar nu een behandeling voor.”

Aansluitend aan het verzamelen van data zullen professionals ook zelf moeten blijven leren. Als voorbeeld daarvan noemt Van den Berg het multidisciplinaire overleg binnen Novarum. “Iedereen brengt daar een casus in, van senior psychiater tot junior collega. We weten vanuit de literatuur weten dat gemiddeld vier van de tien behandelingen niet goed gaan, dan werk je volgens deze verwachting. Daardoor kunnen we wij elkaar aanspreken op de inhoud, zo leer je het vak.”

Protocollen

“Mensen voelen zich tekort gedaan als je in de ggz vanuit een protocol gaat denken. Maar het begint met kijken naar wat werkt voor mentale stoornissen. Samen met deze data, met een behandelmethode en in afstemming met de cliënt zoek je naar de beste behandeling. Dat kunnen ook verschillende interventies zijn.”

Er is volgens van den Berg nu een negatief beeld van het begrip ‘protocol’. “Dat is zorgelijk. Het moet de doorontwikkeling van meten en weten niet remmen.” Behandelprotocollen kunnen juist helpen om de ggz zorg kwalitatief te verbeteren, denkt Van den Berg. “Wat in de somatiek vanzelfsprekend is; informatie om de behandeling met anderen te vergelijken, wordt ingewikkeld als het gaat om de ggz.”

Stigma

Ondanks het stigma rond mentale problemen ziet Van den Berg positieve ontwikkelingen. “Het stigma rond mentale problemen verdwijnt langzaam. Denk aan voorbeelden uit de sport en muziekwereld die open vertellen over mentale problemen. Deze goede voorbeelden bespreekbaar maken helpt enorm. Hierdoor kunnen we door ontwikkelen, innoveren en vernieuwen. De ggz heeft meer tools nodig om mensen zich beter te laten voelen.”

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.