Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Diepgang van de behandeling in de ggz ontbreekt’

Redactie Qruxx
Door een gebrek aan focus op de cliënt en beperkte behandelkeuzes is waardegedreven zorg moeilijk te realiseren in de ggz. Dat zegt ggz-belangenbehartiger voor cliënten en naasten Paul Ulrich. “In de ggz moeten we echt nog de diepte in. Wat zijn de functies of onderliggende processen die zijn aangedaan?”

Meer aandacht voor het werkelijke probleem van de cliënt en een betere afstemming van de behandeling is volgens Ulrich essentieel. Meten van kwaliteit van leven met behulp van instrumenten zoals Patiënt Reported Outcome Measures (PROM) kan hierbij helpen. “Gebruik PROM allereerst waarvoor ze zijn bedoeld; leren en verbeteren van de behandeling voor de cliënt.”

Geen echte diagnose

Nog te vaak zien we in de ggz alleen de symptomen aan de buitenkant die we moeten oplossen zonder onder de motorkap of naar de omgeving te kijken. Maar dat is maar een beperkt deel van de puzzel, zegt Ulrich. “Het gaat erom dat een cliënt niet het leven kan leiden zoals iemand zou willen. De aanpak daarvoor moet veel breder zijn.”

Ulrich kijkt daarvoor naar de drie perspectieven op ziekte die Engelsen hebben: disease, sickness en illness. “Disease gaat om de mentale functies. Bij illness voelt iemand zich ziek, heeft daar last van en voelt zich niet blij. Bij sickness kan iemand bepaalde dingen niet doen waardoor iemand op de omgeving moet steunen. Je kan bijvoorbeeld niet werken en krijgt een uitkering.

In de ggz gaat het vaak om een combinatie van deze drie perspectieven. Soms is het onderliggende probleem, de disease niet vindbaar, maar is er wel illness en sickness. De echte diagnose ontbreekt, dat krijgt nog te weinig aandacht binnen de ggz.” De oplossing zit in het systeem achter de klacht, weet Ulrich. “Daar moet je samen met de cliënt naar kijken en vervolgens op basis daarvan een keuze maken voor de behandeling.”

Cliënt centraal

Volgens de belangenbehartiger moet de insteek van een behandelaar zijn: ‘Hoe krijg ik deze cliënt zo snel mogelijk de deur uit, zodat iemand niet meer terugkomt maar wel verder kan gaan met zijn leven’. “Deze gedachte heerst in de ggz nog te weinig waardoor regelmatig zowel de cliënt in de spreekkamer als de cliënt in de wachtkamer niet centraal staan. Ook zijn nog te weinig keuzes voor de behandeling, wat waardegedreven zorg in de ggz ingewikkeld maakt.”

Voor Ulrich heeft zijn behandeling maar één doel: “Mensen moeten verder gaan met hun leven en deelnemen naar hun kunnen. Richt je daarom op het grootste probleem voor de cliënt.” En, benadrukt Ulrich, “zorg voor focus in de behandeling. Er wordt te weinig gekeken naar wat het probleem is dat de cliënt ervaart. We hebben meer focus nodig, daarvoor hebben we nog werk te doen in de ggz. Want het is het leven van de cliënt, niet van de behandelaar.”

Kenmerkend van de ggz is dat naast de waarden van een cliënt ook vaak de waarden van de omgeving meewegen. “Als iemand voor overlast in zijn omgeving zorgt, dan moet er worden ingegrepen, ook als een cliënt dat niet wil. Of wanneer de omgeving de verslaving in stand houdt, dan moet je de omgeving stimuleren om hierbij een grens te trekken. Dat is niet makkelijk maar wel waar waardegedreven zorg ook om gaat.”

Niet behandelen op etiket

Voor een betere behandeling moeten we in de ggz de diepte in denkt Ulrich. “De DSM-5 geeft classificaties die in de praktijk als diagnose worden gebruikt. Maar je moet niet behandelen op een classificatie, maar op basis van de diagnose. Daarvoor moet je beter weten hoe het probleem in elkaar zit. Dus welke factoren en stressoren spelen er mee en wat zijn de aangrijpingspunten voor de behandeling. Cliënten met een eetstoornis vallen bijvoorbeeld allemaal onder één groep. Maar de eetstoornis is gedrag, een reactie op onderliggende problemen.”

Een ander voorbeeld is de groep van cliënten met een depressie. “Er zijn 227 symptoom combinaties waarmee je onder de classificatie depressie valt. Die combinaties zijn soms heel verschillend, het is een diverse groep waar we één etiket op plakken. Op dat etiket ga je behandelen, dat lijkt mij niet goed.”

“Het is belangrijk dat je weet wat die eetstoornis of depressie precies veroorzaakt. Ga onder het etiket wroeten. Daarmee kan je de behandeling beter afstemmen op jouw cliënt, dat gaat meer resultaat opleveren. Ik daag iedereen uit om deze diepgang te zoeken.”

PROM eerst in de spreekkamer

Om de focus op het probleem van de cliënt te verbeteren is meten van groot belang. “Kwaliteit van leven is subjectief. Een visueel analoge schaal (VAS) of Patient-Reported Outcome Measures (PROM) helpen daarbij. Daarmee geeft de cliënt een persoonlijke waarde aan kwaliteit van leven en zie je het verschil tijdens de behandeling. Door regelmatig te meten zie je of het de goede kant op gaat, daar gaat het om. Samen met objectieve waarnemingen zoals; heeft iemand werk, dagbesteding en een sociaal systeem, weet je of je op de goede weg zit.”

Het is bij Ulrich bekend dat er weerstand is op het verzamelen van deze data via PROM. “We zijn in de ggz gestart met PROM in de spreekkamer en wilden tegelijk de inkoop regelen met PROM. Deze twee kan je niet combineren. Behandelaars zijn daar ook te bang voor, dat zit de behandeling in de weg.”

Toch denkt hij dat PROM kan helpen bij de keuze voor een behandeling, als de data maar goed wordt gebruikt. “Je moet goed opletten wat je met de data doet. Als je PROM inzet tijdens de behandeling gaat deze informatie de spreekkamer niet uit. Dan doe je het echt voor de patiënt. Je kan ook de data in een grote database gooien. In die database kan je een specifiek profiel samenstellen van mensen die op de cliënt lijken. Vervolgens zie je wat deze mensen heeft geholpen. Je vergelijkt dezelfde groepen, dat kan helpen om de juiste keus voor een behandeling te maken. Zo werk je aan het personaliseren van zorg.”

Goede behandeling

De eerste stap moet daarbij altijd zijn; ‘wat is een goede behandeling voor de cliënt’. Daar kan je met data vorm aan geven. Zonder daarbij aanbieders of behandelaars te beoordelen, dat komt later. Behandelaars zouden zich hierdoor niet bedreigd moeten voelen, we hebben alle behandelaars nodig. Het gaat om de juiste behandelaar bij de juiste cliënt. Ten slotte zou je met de PROM ook de inkoop kunnen regelen. Dat moet alleen niet je eerste uitgangspunt zijn. En de privacy problemen kunnen we daarbij wel tackelen.”

Accreditatiesysteem

Daarnaast pleit Ulrich voor een accreditatiesysteem om de kwaliteit van zorg in de ggz te verbeteren. Daarvoor heeft hij een voorstel gedaan bij Zorgverzekeraars Nederland. “De hele focus op gecontracteerde zorg is een slechte analyse van wat er aan de hand is. De rotte appels moeten er uit, maar dat kan op een andere manier. Want ook niet-gecontracteerde aanbieders kunnen nu blijven profiteren. En alle verzekeraars hebben andere voorwaarden, dat maakt het niet overzichtelijk. Een accreditatie, waarin vast ligt waar je aan moet voldoen om zorg te leveren zou volgens mij daarbij een oplossing kunnen zijn.”

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.