Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties1

“Maak lichamelijke belasting bespreekbaar”

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
‘Hoe TOP werk jij?’-campagne spoort werkgevers en werknemers aan om lichamelijke belasting aan te pakken

Maar liefst 2 op de 5 werknemers in Nederland heeft te maken met lichamelijke belasting op het werk, zoals zwaar tillen, bukken of veel in dezelfde houding werken. In totaal lijden 460.000 werknemers daardoor aan een beroepsziekte aan hun rug, arm, nek, schouder, knie of heup, zo blijkt uit cijfers van TNO. Dat zorgt niet alleen voor veel persoonlijk leed, uitval en arbeidsongeschiktheid, maar levert jaarlijks ook hoge kosten voor werkgevers en de maatschappij op. Ook in de zorg zijn fysieke klachten door overbelasting een veelvoorkomende oorzaak van verzuim. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid startte daarom de Hoe TOP werk jij?-campagne om het onderwerp onder de aandacht te brengen.
Maak lichamelijke belasting bespreekbaar

De zorg is een van de sectoren, waarin lichamelijk zwaar werk het vaakst voorkomt. Ergotherapeut Nicole Spee-van Kuijk en persoonlijk begeleider Lydian Bartholomeus herkennen zich in dit beeld. Het werk is soms zwaar. Tillen en dragen, duwen en trekken zijn veel voorkomende bewegingen in de zorg. Ook de werkhouding is een aandachtspunt bij het verminderen van lichamelijke belasting. Om deze klachten aan te pakken adviseren TNO en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om lichamelijke belasting bij de bron aan te pakken. Ergonomie is daarom een belangrijk aandachtspunt binnen de organisatie van Nicole en Lydian. Alle locaties hebben bijvoorbeeld een eigen aanspreekpunt voor veiligheid, lichamelijke belasting en ergonomie: een ergocoach.

Maar wat houdt een bronaanpak in?

De aanpak start bij risicoinventarisatie op de werkvloer: waar lopen medewerkers risico en hoe groot is het risico? Als dat in kaart is gebracht, kun je een oplossing voor een specifiek probleem zoeken. De volgorde waarin bedrijven naar oplossingen kunnen zoeken, heet de TOP-strategie. Bedrijven moeten eerst kijken naar de T, die staat voor technisch. Welke technische maatregelen kunnen aan de bron van de lichamelijke overbelasting weggenomen worden, zodat werknemers gezonder kunnen werken. Een voorbeeld is het verrijdbare krukje, dat zorgmedewerkers kunnen gebruiken om aan bed en in de badkamer te helpen. Op die manier hoeven medewerkers minder te bukken. Als dat niet kan of niet genoeg is, kijk je naar de O van organisatorische maatregelen.Bijvoorbeeld een aanpassing van het werkproces. Tenslotte kun je als bedrijf naar persoonsgebonden maatregelen kijken. Dit zijn maatwerkoplossingen, individuele adviezen voor uitvoering van taken of individuele aanpassingen in de functie of werkomgeving van een werknemer.

“Effectief hulpmiddel hoeft niet duur te zijn”

Voor de campagne interviewde het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verschillende bedrijven en organisaties die actief bezig zijn met de aanpak van lichamelijke belasting, waaronder de Brabantse zorginstelling waar Nicole en Lydian werkzaam zijn. In de zorg wordt veel gebruik gemaakt van technische hulpmiddelen. “Er zijn inmiddels veel hulpmiddelen, zoals tilliften, glijzeilen en sta-op hulpen die ons werk makkelijker maken. Als ik zie wat bepaalde hulpmiddelen kosten, schrik ik soms wel maar ik ben blij dat ze er zijn. Een veelgebruikt hulpmiddel is trouwens een verrijdbaar krukje. Dat kun je gebruiken bij verzorging op bed of in de badkamer, maar ook bij het samen koken. Veel cliënten zitten in een rolstoel en hebben keukens afgesteld op zithoogte. Als je daar steeds staand aan gaat werken, is dat niet best voor je gestel. Een effectief hulpmiddel hoeft niet ingewikkeld of duur te zijn.”

“Kijk ook goed naar wat een cliënt zelf kan”

Maar met hulpmiddelen alleen ben je er nog niet weet Nicole: “De mogelijkheden verschillen per locatie. Soms is een appartement zo klein dat je niet rondom het bed kan werken. Dan valt een deel van de middelen af. We kijken daarom ook verder, naar de diensten en dienstindeling bijvoorbeeld. Je kunt in het werkrooster rekening houden met de mate van lichamelijke belasting en ervoor zorgen dat het werk op een dag niet te zwaar wordt voor een persoon. Daarnaast is het ook raadzaam om goed te kijken wat een cliënt zelf kan. Soms ondersteunen we onbewust teveel. Dat is nadelig voor de medewerkers, maar uiteindelijk ook voor de cliënt zelf. Het is dus om meerdere redenen belangrijk hier regelmatig bij stil te staan.”

Bewustzijn is belangrijk

Nicole ziet dat veel organisaties in de zorg goed bezig zijn: “Maar er is altijd nog wel ergens winst te behalen. Het ziekteverzuim in de zorg is vrij hoog en lichamelijke belasting speelt daarbij samen met werkdruk een rol. Bewustzijn over en aandacht voor lichamelijke belasting is belangrijk: je moet het bespreekbaar maken en houden. Alleen door erover te blijven praten, kun je elkaar op nieuwe ideeën brengen en tot verbeteringen komen.”

Benieuwd wat jij kunt doen om lichamelijke belasting op de werkvloer aan te pakken? Doe de test op www.hoetopwerkjij.nl en kijk voor meer informatie op https://www.arboportaal.nl/campagnes/hoe-top-werk-jij.

1 REACTIE

  1. Het is vanuit medisch/ ergonomisch oogpunt onbegrijpelijk, dat een zo belangrijk Ministerie de kern van het grote probleem van verminderde arbeidsinzet en steeds vroeger uitvallen niet onderkent als een achteruitgang in de gemiddelde lichamelijke weerbaarheid ( belastbaarheid, inzetbaarheid, prestatievermogen) van een heel snel groeiende groep jonge werknemers . De ARBO wetgeving rond belastbaarheid van de rug is al lang effectief gebleken, maar door het almaar doorzetten en intensiveren van de zittende leefstijl van de gemiddelde burger, maar vooral dat van de jeugd, is hun lichaam en zeker hun wervelkolom veel minder belastbaar geworden en komt eerder aan de kant door hernia’s, stenose en chronische lage rugpijn door de steeds vroeger ingezette degeneratie van tussenwervelschijven en kraakbeengewrichtjes in de rug. Met een goed ontwikkelde lichaamshouding kan de mens heel lang inzetbaar blijven. Daar zit de kneep: met het loslaten van de goede preventie-en hygiënezorg ( die er vroeger wel degelijk was) om het kind in de groei vanaf de start te helpen om deze gezonde houding (uitlijning, S-curve, postuur) te ontwikkelen is ook de stijfheid en de blessureproblematiek toegenomen. Dat heet orthopedische/ biomechanische kennis die het verband tussen ongezonde houdingen, stijfheid in het systeem , onvoldoende soepelheid door te korte spieren etc. met elkaar verbindt. Als Houding Netwerk Nederland proberen we die kennis weer levend te krijgen. Het is oude en bewezen kennis, dat te vroeg en teveel verkeerd zitten de kinderrug vervormt. De huidige stoel is een culturele noviteit in de externe factoren die onze gang naar bredere ongezondheid zijn gaan bepalen. De toegenomen digitalisering van het kinder -en volwassenleven doet dat ook, omdat dat vrijwel altijd zittend wordt gedaan. Een vervormde rug wordt snel stijf en zo komt de onderrug voor de onmogelijke taak te staan alle belasting en beweeg- en tilkrachten op te vangen. Bij Defensie is de uitval bij fysieke opleidingen in 25 jaar van 6 naar > 50% gestegen bij gelijk gebleven eisen van keuring en opleiding. Bij sport- en ook topsport verdubbelen blessurecijfers zonder een echt zinnig oorzaakgevolgverhaal. Beide Ministeries zouden bij OCW en VWS een eis kunnen neerleggen om de houdings- en bewegingszorg weer goed te gaan inrichten en de lichamelijke opvoeding weer vanaf consultatiebureau en toezicht van IGJ tot ver in het beroepsonderwijs door de Onderwijsinspectie te laten borgen. Rugpijn en artrose ( degeneratie) zijn de grootste Socioeconomische “Burdens of Disease”, maar we moeten bij de jeugd zijn om het om te gaan buigen. Pennywise in het onderwijs blijkt al decennia poundfoolish in de zorg. Laten we de put niet zo diep maken als in de USA.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.