Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Opvallend is dat verschillende zorgpaden even effectief zijn’

Redactie Qruxx
Puck van der Vet is aios op de afdeling oogheelkunde in het VUMC en promoveerde op onderzoek naar onder andere multidisciplinaire zorgpaden en patiëntgerapporteerde uitkomsten van ouderen met een (heup)fractuur.

Heel wat anders dan oogheelkunde. Hoe bent u op dit onderwerp gekomen?

“Voordat ik erachter kwam dat oogheelkunde beter bij mij paste, heb ik traumachirurgie gedaan. Via mijn promotieteam, bestaande uit meerdere traumachirurgen, ben ik op dit onderwerp gekomen. Het is een interessant en maatschappelijk relevant onderwerp. Heupfracturen behoren tot de meest voorkomende aandoeningen onder 60-plussers met veel meer invaliderende levensjaren dan bij bijvoorbeeld diabetes of coloncarcinoom. Het gaat bovendien gepaard met een hoge mortaliteit en hoge kosten, en de incidentie neemt door de vergrijzing nog verder toe. Ik heb ook een internationale vergelijking tussen ziekenhuizen in Nederland, Zwitserland en Boston gemaakt om te kunnen leren van eventuele verschillen. Nu als oogarts behandel ik geen heupfracturen meer, maar probeer ik patiënten wel bewuster te maken van hun valrisico na een operatie aan het oog.”

Wat heeft u onderzocht bij multidisciplinaire zorgpaden?

“Ziekenhuizen hebben verschillende soorten zorgpaden. De vraag is of die dan ook in effectiviteit verschillen. Dat onderzocht ik in het Diakonessenhuis en St Antonius Ziekenhuis in Utrecht. In het zorgpad van het Diakonessenhuis is een speciale geriatrische trauma-afdeling ingericht voor oudere patiënten met fracturen. Al vanaf de intake is de geriater betrokken en samen met de traumachirurg komt hij dagelijks bij de patiënten langs. De verpleegkundigen zijn er getraind op het screenen van delier en complicaties die veel bij ouderen vooromen. In de operatiekamer hebben ze dagelijks speciaal gereserveerde tijdsloten voor patiënten met een heupfractuur. Er wordt alleen binnen kantooruren geopereerd. In het zorgpad van het St Antonius lagen ouderen met heupfracturen destijds op de algemene afdeling chirurgie waar een consultatieteam ouderengeneeskunde de geriatrische consultatie doet, waaronder delierpreventie. De geriater komt langs op indicatie. Zonder gereserveerde tijdsloten is er geen garantie dat iemand kort na zijn val geopereerd kan worden. Er werd ook buiten kantoortijden geopereerd.”

Wat was de uitkomst?

“Opvallend was dat beide zorgpaden niet verschilden in mortaliteit, opnameduur en totaal aantal complicaties. Wel had het St Antonius meer cardiale complicaties, maar omdat dit ziekenhuis een gespecialiseerd cardiaal centrum bevat, komen er ook meer patiënten met een cardiale belasting.

Wat ons verbaasde was dat in beide ziekenhuis even goed werd gescreend op delier. We hadden verwacht dat dat op een speciale afdeling in een intensief zorgpad beter zou gebeuren, maar dat was dus niet zo. Conclusie was dat verschillende multidisciplinaire zorgpaden even goed kunnen werken, afhankelijk van het type ziekenhuis en wat daarbij past. Aanbeveling is om echt met een multidisciplinair zorgpad te werken want ze zijn ontzettend effectief in het verlagen van mortaliteit en complicaties.”

Wat bent u bij de analyse van patiëntgerelateerde uitkomsten te weten gekomen?

“Ik heb gekeken naar kwaliteit van leven en angst om te vallen. Het bleek dat patiënten met een heup- of enkelfractuur het grootste verlies hebben van kwaliteit van leven, meer dan bijvoorbeeld een pols- of schouderfractuur. Die uitkomst is relevant voor de nabehandeling van een heupfractuur of in de keuze van iemand om nog geopereerd te willen worden. Ook draagt angst om te vallen bij aan een tweede val en eventueel fractuur en ik vind dat dit zou moeten worden meegenomen in de nabehandeling van een (heup)fractuur.

Hiernaast zag ik dat er veel verschillende meetinstrumenten van patiënt gerapporteerde uitkomstmaten zijn. Er zijn bijvoorbeeld eindeloos veel vragenlijsten over kwaliteit van leven. Dat gaat om patiënt specifieke- en generieke vragenlijsten. Op een gegeven moment ben je vragenlijsten met elkaar aan het vergelijken in plaats van kwaliteit van leven zelf. Hetzelfde geldt voor pijnbeleving, angst om te vallen en algemene dagelijkse verrichtingen (ADL). Het maakt het heel lastig om patiënt-gerapporteerde uitkomsten van verschillende onderzoeken met elkaar te vergelijken. Ook was de kwaliteit van het rapporteren van patiënt-gerapporteerde uitkomsten laag. Ik pleit in mijn onderzoek voor het meer uniform maken van patiënt-gerapporteerde uitkomstmaten.”

Wat leverde onderzoek in Zwitserland en Amerika op?

“We zagen dat Zwitserland een andere operatietechniek heeft dan Nederland. Ze streven in Zwitserland naar “anatomische reductie” waarbij je elk bot weer in de originele positie plaatst terwijl we in Nederland willen dat alles goed functioneert. De uitkomsten van de heupoperaties zijn gelijk, maar opereren in Nederland kost veel minder tijd met minder bloedverlies. Verder zagen we in behandelingen geen significante verschillen. Boston bleek in mortaliteit veel lager te zitten dan wij. Dat zou gerelateerd kunnenzijn aan het zorgsysteem. Ik zat in het Massachusetts General Hospital, één van de allerduurste ziekenhuizen in Amerika. Patiënten die daar komen hebben een hele hoge sociaaleconomische status. Ze kunnen zich thuis een verpleegkundige veroorloven, hoewel we dat niet in ons onderzoek kunnen aantonen.”

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.