ActiZ mist beleid op het ontwikkelen van kleinschalige woonvormen tussen thuis en het verpleeghuis. Ieder(in) is teleurgesteld over het gebrek aan plannen die kansen voor mensen met een beperking op de arbeidsmarkt vergroten en mist daarnaast aandacht voor kinderen en jongeren met een levenslange beperking of chronische ziekte. De medisch specialisten waarschuwen voor de effecten van de immer voortdurende regeldruk en pleiten voor het behoud van passie op de werkvloer.
Federatie Medisch Specialisten
De Federatie Medisch Specialisten is niet verrast door de kabinetsplannen in de Rijksbegroting 2019, maar kijkt wel met bezorgdheid naar de uitwerking ervan. Marcel Daniëls, algemeen voorzitter Federatie Medisch Specialisten: ‘Dokters ervaren toenemende werk-, regel- en veranderdruk. Ik mis actief beleid om meer ruimte te geven aan de passie op de werkvloer. Alleen dan kunnen we dokters optimaal laten dokteren, verpleegkundigen weer terug krijgen in het ziekenhuis, en patiënten de beste zorg ter wereld geven.’
In de Miljoenennota die vandaag is gepresenteerd, zijn de afspraken verwerkt die eerder dit jaar zijn gemaakt in het hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische zorg. De Federatie is blij dat er niet nog meer nieuw beleid wordt geschetst in de Rijksbegroting, want de opgave waar de medisch-specialistische zorg voor staat, is volgens hen enorm: ‘Ondanks een stijgende zorgvraag, stijgende kosten voor geneesmiddelen en een vergrijzende bevolking zien we in 2022 een budgettaire nullijn.’
De Federatie is ervan overtuigd dat veranderingen in de zorg alleen tot stand komen door de zorgverleners gemotiveerd te houden. Daniëls: ‘De realiteit is dat dokters voortdurend van alles moeten en dat van ze verwacht wordt dat zij op korte termijn kunnen voldoen aan alle wensen van politiek, zorgverzekeraar, en toezichthouder zonder daarbij de patiënt uit het oog te verliezen. Hier ligt ook een taak voor de overheid. Je kunt bijvoorbeeld als kabinet de administratielast niet verminderen als je tegelijkertijd niets verandert aan je eigen regelreflex.’
Ieder(in)
Koepelorganisatiw van mensen met een beperking en chronisch zieken, Ieder(in), noemt het goed nieuws dat mensen met een modaal inkomen, die voor zorg afhankelijk zijn van hun gemeente, er volgend jaar fors op vooruitgaan. ‘Ieder(in) heeft de afgelopen jaren hard gelobbyd tegen de hoge eigen bijdragen. Dit heeft er mede toe geleid dat volgend jaar in de Wmo een maximumtarief gaat gelden van 17,50 euro. Vooral mensen met een beperking met een middeninkomen profiteren hiervan. Zij gaan er zo’n 1000 tot 1500 euro op vooruit.’ Het slechte nieuws is de verwachte sterke stijging van de zorgpremies en de hogere btw op onder meer medicijnen en voeding. ‘Hierdoor zullen de (zorg)kosten voor chronisch zieken en mensen met een beperking opnieuw gaan stijgen. Het kabinet meldt dat dit gecompenseerd wordt door andere maatregelen, waardoor iedereen er per saldo op vooruitgaat. Maar daarbij past enige scepsis. Ook vorig jaar voorspelde het kabinet voor bijna iedereen een koopkrachtstijging, maar dat bleek uiteindelijk voor de helft van de mensen niet te kloppen.’ Het stelt Ieder(in) teleur dat de Miljoenennota geen nieuwe plannen bevat om kansen voor mensen met een beperking op de arbeidsmarkt te vergroten. Ook teleurstellend is het ontbreken van landelijke inzet voor kinderen en jongeren met een levenslange beperking of chronische ziekte.
ActiZ
Branchevereniging ActiZ is blij dat de vorig jaar ingezette kabinetskoers om langdurig te investeren in de zorg voor ouderen op Prinsjesdag is bevestigd in de Troonrede. Zo neemt het kabinet initiatieven om eenzaamheid onder ouderen tegen te gaan. ActiZ vindt het ook een goed bericht dat wordt geïnvesteerd in voorzieningen en vakmensen met oog voor verpleegkundigen en hun cliënten. Maar ActiZ mist aandacht voor het stimuleren van woonvormen voor ouderen die niet meer alleen thuis kunnen wonen, maar nog te vitaal zijn voor een verpleeghuis. ‘Op lokaal niveau moet samenwerking, met zorgverzekeraars en zorgaanbieders, meer en nieuwe woonvormen opleveren voor ouderen zonder en met toenemende zorgvraag. Prangende vraag is of het kabinet genoeg daadkracht toont voor meer en nieuwe woonzorgvormen voor ouderen, voor tussenvormen tussen eigen huis en verpleeghuis en voor het eerstelijnsverblijf.’
Volgens de branchevereniging zal de samenwerking van onderwijs en zorgsector in opleidingen voor nieuwe medewerkers, zij-instromers en nieuwe instromers doorslaggevend zijn voor de opgave op de arbeidsmarkt in de zorg. ‘Hierbij zullen investeringen in technologie en voorzieningen, zoals tijdelijk verblijf en nieuwe woonvormen voor ouderen een belangrijke bijdrage leveren.’
Zorgverzekeraars Nederland
ZN-voorzitter André Rouvoet: ‘We zullen de zorg de komende jaren moeten vernieuwen om deze voor iedereen toegankelijk en betaalbaar te houden. De hoofdlijnenakkoorden zetten weliswaar een rem op de groei van de kosten, maar vormen zeker nog geen trendbreuk. Het is op termijn onhoudbaar als de kostenstijging in de zorg niet in de pas loopt met de economische groei. Zorgverzekeraars willen daarom met verzekerden en zorgverleners werken aan vernieuwing van de zorg en zo samen verantwoordelijkheid nemen voor de zorg van de toekomst.’
Het kabinet verwacht een premiestijging, maar de premie wordt pas later dit jaar door de verschillende zorgverzekeraars vastgesteld. Zorgverzekeraars vragen zich af of de burgers de almaar stijgende zorgkosten met elkaar kunnen en willen blijven betalen. Ze zeggen voor zichzelf een belangrijke rol te zien in het beperken van de zorgkostenstijging maar zeggen dat niet alleen te kunnen. Van het kabinet verwachten zorgverzekeraars dat het – in lijn met de in de hoofdlijnenakkoorden gemaakte afspraken – zorgt voor de juiste randvoorwaarden, zodat zij zelf en andere partijen hun rol goed kunnen invullen. Belangrijke onderwerpen voor zorgverzekeraars zijn onder meer kwaliteitstransparantie, het stimuleren van gecontracteerde zorg en een goede risicoverevening.
SOON
De Samenwerkende Opleidingen tot Specialist Ouderengeneeskunde laten weten: ‘In het vorige begrotingsjaar is al extra geld vrijgemaakt voor zorg aan ouderen, zodat zij kunnen vertrouwen op voldoende tijd, aandacht en goede zorg, thuis of in het verpleeghuis. Die trend zet door. Het extra bedrag voor de ouderenzorg loopt in deze kabinetsperiode op naar ongeveer 3 miljard euro per jaar’. SOON is verheugd met deze blijvende aandacht voor de ouderenzorg. Maar naast aandacht en geld zijn er ook voldoende specialisten ouderengeneeskunde nodig om goede zorg te garanderen voor de groeiende groep kwetsbare ouderen, zo zegt SOON-voorzitter Eric van der Geer: ‘Al jaren kiezen te weinig (basis)artsen voor de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde. Veel (basis)artsen kennen het vak niet of nauwelijks omdat zij tijdens hun studie niet in aanraking komen met ouderengeneeskunde. Dit vraagt om structurele aandacht voor het specialisme ouderengeneeskunde in de geneeskundestudie, zowel in theorie als in praktijk. Bijvoorbeeld met een verplicht coschap, zoals dat ook voor veel andere specialismen geldt.’