Door de definitie van de NZa te gebruiken wordt de variatie in bundelcontracten beperkt en besparen verzekeraars zich minimaal 12 tot 24 maanden ontwikkelingstijd. Voor zorgaanbieders wordt het aantrekkelijker om mee te werken omdat ze niet met verschillende definities worden geconfronteerd.
Dit zegt Sander Steenhuis, promoverend onderzoeker bij het Talma Instituut (VU) en lid van de Werkgroep Waardegedreven Bekostiging van Linnean, in een presentatie over bundelbekostiging. In zijn proefschrift heeft hij geprobeerd om antwoord te geven op de vraag wat de implementatie van waardegedreven zorgbundels complex maakt.
Geen eenheid van taal
Hij merkt verder op dat het kennisniveau over alternatieve bekostigingsmodellen nog niet zo hoog is in Nederland. “Dat is ook logisch, want het is nieuw en anders. Zo is er bijvoorbeeld nog geen eenheid van taal. Wanneer is een zorgbundel precies een zorgbundel? Moet een bundel altijd segmentoverstijgend zijn, of is een bundeling van drie of vier dbc’s in het ziekenhuis ook al een zorgbundel?” Definitie-discussies vertragen het ontwikkelproces en daardoor raakt het momentum verloren, aldus Steenhuis. Dit vormt weer een risico om het bundelontwerp tot een goed resultaat te brengen.
Kennisdeling is een van de kansen voor waardegedreven bekostiging. Meer en helder inzicht in de mogelijkheden van zorgbundels moeten ervoor zorgen dat zorgorganisaties er ook mee aan de slag gaan. “In de werkgroep bespreken we momenteel de voorbeelden van bundelbekostiging die er in Nederland al zijn, en wat er beter kan.”