Jonge mensen die te maken krijgen met de rauwheid van het leven. En dat niet altijd met de begeleiding die deze rauwheid vraagt. Jonge mensen die kiezen voor een vak dat niet altijd zichtbaar of vanzelfsprekend gewaardeerd wordt, maar des te meer van betekenis is. In mijn optiek zou dit programma een verplicht kijknummer moeten worden voor ons allen. Omdat programma’s als dit zeldzame pareltjes zijn in de publieke beeldvorming, maar ons ook leert dat we op dit terrein nog veel te doen hebben.
Contrast tussen realiteit en publieke beeldvorming
Ik zie namelijk een steeds schrijnender contrast tussen de realiteit en de publieke beeldvorming. Grote landelijke media berichten vaak over wat er misgaat in de zorg. Natuurlijk: die verhalen zijn soms terecht. We moeten fouten onder ogen zien en verbeteren. Maar als het publieke beeld steeds opnieuw draait om tekortkomingen, raken we iets wezenlijks kwijt: het fundament van trots, motivatie en vertrouwen.
Want wie wil er (blijven) werken in een sector waar de toon vrijwel altijd kritisch is? Hoe behouden we jonge mensen als het beeld van buiten vooral wijst op falen in plaats van vakmanschap en beroepstrots?
Nuances en een tegengeluid ontbreken
Mijn dochter volgt de opleiding tot verpleegkundige. Zij is 20 en heeft een hart voor de zorg en in het bijzonder de ouderenzorg. Maar ook zij vraagt zich soms af of ze dit vak wel met trots kan uitoefenen. Op verjaardagsfeestjes twijfelt ze of ze moet vertellen dat ze voor ouderen wil zorgen. Want wat volgt er? Meewarige blikken? Kritische vragen over de werkdruk? Beelden over opgesloten worden op muf ruikende kamers? De suggestie dat ze misschien “beter iets anders” kan doen?
Op dit punt wordt zij, en velen anderen, niet echt geholpen. De koppen in de krant blijven verschijnen, zonder nuances en tegengeluid, en wij zuchten van ergernis en irritatie en laten het daar dan vaak bij.
Rol van de bestuurder
Als bestuurder kijk ik dan ook naar mijzelf. Wij schrijven veel over de bewegingen die nodig zijn in de zorg. Over transities, akkoorden, toekomstbestendigheid, technologische innovaties, samenwerking. En dat moet ook. De uitdagingen zijn groot, en dat vraagt visie om koers te houden. Daarnaast proberen we het maatschappelijk debat over de houdbaarheid van zorg levend te houden om zo de maatschappelijke verwachting over de zorg langzaam aan te laten sluiten bij de realiteit van overmorgen. Dit schrijven en spreken lijkt ons bestuurders heel gemakkelijk af te gaan.
Hitteschild rond de medewerkers
Maar is het niet onze plicht om daarnaast vooral ook te benadrukken wat er nu al goed gaat? Om zo stap voor stap iets naast of tegenover die publieke beeldvorming te zetten. En dat elke keer opnieuw als het ons overkomt. Om zo een hitteschild te vormen rondom onze medewerkers, om de leerlingen en stagiaires en iedereen die op het punt staat iets voor de zorg te betekenen. Om al deze mensen te laten voelen dat we de publieke beeldvorming deels begrijpen waar het gaat om de verbeterpunten, maar vooral afwijzen op haar buitensporigheid?
Ik vind van wel.
Laten we met andere woorden leiderschap niet verwarren met neutraliteit. Zichtbare steun voor zorgmedewerkers is immers geen zwakte, maar een waardige verantwoordelijkheid. En wellicht begint dat met het bekijken van het pareltje Zorgen.
Door: Chantal Beks, raad van bestuur Careyn