In de aanloop naar de verkiezingen staat het bij veel partijen weer in het programma: de zorg is geen markt, of zou dat in ieder geval niet moeten zijn. De markt die de zorg zou zijn, wordt daarbij vaak voorgesteld als een soort wilde westen waar de cowboys elkaar het veld uitschieten om er met de buit vandoor te gaan. Een tikkeltje overdreven misschien, maar zeker niet geheel onwaar.
Dit redactioneel is gepubliceerd in Zorgvisie magazine nr. 6 van 2025.
We kennen allemaal de verhalen over zorgorganisaties die er vooral op gericht lijken om zoveel mogelijk publiek geld te laten verdwijnen in private zakken. De crisis rond commerciële huisartsenketen Co-Med was een wake-upcall voor de politiek en de zorg, maar zeker niet het eerste geval. Het leidde er wel toe dat de Tweede Kamer herhaaldelijk, per aangenomen motie, aan de minister vroeg om de invloed van privaat kapitaal in de zorg te beperken. De laatste incarnatie van de minister van VWS, Fleur Agema (PVV), koos ervoor om al deze moties naast zich neer te leggen. Zoals ook haar voorgangers deden.
De bezwaren tegen marktwerking in de zorg gaan echter over veel meer dan cowboys en private investeerders en zijn al zo oud als het huidige zorgstelsel, nu zo’n twintig jaar. De zorg moest meer een markt worden, want dat zou zorgaanbieders dwingen met elkaar te concurreren. Dat zou ervoor zorgen dat ze allemaal de beste zorg zouden willen leveren en ook nog eens tegen de laagste prijs. Of dit zo heeft uitgepakt, is voer voor gezondheidseconomen.
Wat aanbieders in een markt blijken te doen, zijn de makkelijkste klusjes met de hoogste opbrengst. Het loont immers niet om de moeilijke dingen te doen, want die kosten ook veel geld. Dat heeft er – onder meer – in de geestelijke gezondheidszorg voor gezorgd dat er steeds minder plekken overbleven waar patiënten met de zwaarste zorgvraag terechtkonden. Met lange wachtlijsten, ook bij de politiek bekend, tot gevolg.
In januari 2020 hield de toen 26-jarige Charlotte Bouwman een sit-in bij het ministerie van VWS. Zo wilde zij het wachtleed onder de aandacht brengen bij toenmalig staatssecretaris voor de ggz Paul Blokhuis. De NZa liet een onderzoek doen en er werden zogenoemde transfertafels ingericht om patiënten door te verwijzen naar aanbieders die wel plek hadden. Dit alles met weinig effect.
Anno 2025, voorafgaand aan alweer de derde Tweede Kamerverkiezingen in vijf jaar tijd, sterven jaarlijks honderden mensen terwijl ze wachten op psychische hulp. Misschien is het toch eens tijd om de verkiezingsprogramma’s na te lezen op de marktwerking.