Verzorgingshuizen en verpleeghuizen keren opvallend vaak terug in de verkiezingsprogramma’s – maar met uiteenlopende accenten. Waar sommige partijen terug naar vroeger willen, zoeken anderen naar nieuwe woonzorgvormen. Een overzicht van de belangrijkste lijnen.
Vermoeide taal
Over de verkiezingsprogramma’s van de vijftien grootste partijen (peilingen 4 oktober) gaf ik al een overzicht in mijn eerste verkiezingsblog. DENK is er nu ook bij, maar zegt bar weinig over ouderen, behalve dat ze zich grote zorgen maakt over de kwaliteit van de liefdevolle ouderenzorg en er daarom meer (?) budget nodig is. Slechts enkele partijen – BBB, CU en CDA – gebruiken nog het woord intramuraal. Ja21 en 50Plus bezigen nog de achterhaalde term ‘bejaarden(te)huizen’, 50Plus is nog bij woonzorgcomplexen en SP munt weer ‘zorgbuurthuizen’. Andere partijen spreken van verzorgings- of verpleeghuizen, soms met een vleugje nostalgie. De taal van de ouderenzorg is vermoeid geraakt en ruikt naar linoleum en beleid. Misschien wordt het tijd voor een nieuwe verzamelnaam die beter past bij de toekomst – iets als Samenhuis of Leefhuis.
Terugkeer van het verzorgingshuis
Een opvallend aantal partijen wil het verzorgingshuis herintroduceren, zij het in moderne vorm. BBB en SP pleiten voor kleinschalige huizen met 24/7 zorg. BBB wil zelfs dat ouderen met lichte zorgzwaarte weer toegang tot de Wlz krijgen – een duidelijke breuk met het beleid sinds 2015. PVV, 50Plus, FVD en JA21 sluiten zich aan met eigen varianten van kleinschalige verzorgingshuizen of moderne hofjes met gedeelde voorzieningen. De SP spreekt van zorgbuurthuizen: lokaal, huiselijk en professioneel. “De sluiting van verzorgingshuizen in een tijd dat ze juist nodig zijn is schandalig”, aldus de partij. Adviesbureau PWC liet echter zien dat herintroductie financieel en organisatorisch lastig te realiseren is. ActiZ, Aedes, ZN, Alzheimer Nederland en de Seniorencoalitie reageren dan ook afwijzend op dit plan van het demissionaire kabinet. Ik ben benieuwd hoe dit uitpakt na de verkiezingen.
Nieuwe woonvormen
Andere partijen zetten juist in op vernieuwing. CDA ziet “nieuwe woonvormen die ontmoeting en onderlinge hulp mogelijk maken” als sleutel voor de toekomst. GroenLinks-PvdA, Volt en PvdD pleiten voor levensloopbestendige en coöperatieve woonconcepten zoals Knarrenhoven en hofjes. D66 wil een bouwquotum voor seniorenwoningen én zelfs tien nieuwe steden om doorstroming te bevorderen. VVD benadrukt geclusterde woonvormen met gezamenlijke voorzieningen tegen eenzaamheid, en onder andere CDA voegt mantelzorg- en meergeneratiewoningen toe. Kortom, partijen zoeken naar hybride woonvormen die zelfstandigheid en zorg combineren. Maar de vraag wie ze hoe gaat bouwen, financieren en bemensen blijft onbeantwoord.
Meer verpleeghuisplekken, weinig visie
De roep om extra verpleeghuisbedden klinkt breed. NSC, GroenLinks-PvdA, CU, PVV, SGP en PvdD willen structurele uitbreiding en eenvoudigere indicaties. D66 noemt verpleeghuizen sociale ontmoetingsplekken waar prettig leven, gezelligheid en welzijn centraal staan. De PvdD wil meer verpleeghuizen midden in de wijk bouwen, ter behoud van de verbinding met de samenleving. BBB benadrukt dat er een soepele overgang moet zijn van zorg thuis naar zorg in verpleeghuis en wil oneigenlijke keuzes vanwege financieringsschotten voorkomen.
Opvallend is dat vrijwel geen enkele partij oog heeft voor de noodzakelijke transformatie bínnen de verpleeghuiszorg zelf – richting meer specialisatie, technologie en verbinding met de wijk. Hierover schetste ik in Zorgvisie al eerder verschillende toekomstscenario’s, maar de politieke partijen lijken de verpleeghuizen te zien als één grijze massa.
Klem tussen traditie en vernieuwing
De breuklijnen in de ouderenzorg zijn helder. Enerzijds een conservatieve reflex: BBB, PVV, FVD, 50Plus, JA21 en SP grijpen terug op klassieke woonvormen, al dan niet in een modern jasje. Anderzijds een progressieve koers: GroenLinks-PvdA, D66, Volt, VVD en deels CDA kiezen voor doorstroming, zelfstandigheid en hybride woonzorgvormen.
Wat ontbreekt, is een integrale visie op hoe wonen, zorg en welzijn duurzaam kunnen worden verbonden – én hoe we het personeel, de technologie en de middelen vinden om dat te realiseren. Terugkijkend op de afgelopen jaren lijkt het bijna kiezersbedrog om nu zo maar weer méér stenen en bedden te beloven. De uitdaging is hoe we de woonzorg opnieuw durven vormgeven – mensgericht, toekomstbestendig en met realistische randvoorwaarden. Wel met tempo, want de urgentie is hoog.
Door Robbert Huijsman, hoogleraar Innovatie & Implementatie in Dementiezorg bij de Erasmus Universiteit Rotterdam en organisatieadviseur bij De Impuls voor de Zorg