Ondanks dat hulp via chat al sinds 1999 bestaat komen er ieder jaar meer aanbieders bij, ook neemt bij de bestaande aanbieders de vraag toe. Het meest gechat wordt er door mensen tussen de 12 en 23 jaar over psychische problemen, seksualiteit en geweld. Die gesprekken worden gemiddeld met een rapportcijfer van 8,6 beoordeeld.
“De praktijk laat zien dat steeds meer mensen de voorkeur geven aan internet boven traditionele vormen van hulp”, zegt Frank Schalken, woordvoerder van het Netwerk Online Hulp. “Doordat het onpersoonlijk is, wordt het juist heel persoonlijk.”
Succes
Volgens het Netwerk komt het succes vooral door de anonimiteit waarin de hulpvrager zijn probleem kan bespreken. Ook moeten mensen zich in een chat schriftelijk uitdrukken, wat reflectieverhogend werkt. Daarnaast speelt het gebruikersgemak mee, vanaf iedere plek met internet kan hulp gezocht worden.
Nadeel
Er is ook een keerzijde aan het succes: de moeizame financiering van de laagdrempelige voorziening. Schalken: “Diverse instellingen hebben moeite de financiering van de chathulp rond te krijgen omdat bestaande financieringsregeling geen rekening houden met internet. Het anonieme karakter en regio-overstijgende aanbod maakt diverse subsidiegevers huiverig. Ook bestaat soms scepsis of via internet mensen echt geholpen kunnen worden, terwijl de praktijk laat zien dat het juist heel goed kan.”
De cijfers worden gepresenteerd op The First International E-Mental Health Summit 2009. Dat is een initiatief van het Trimbos-instituut, de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit. (ICTzorg)