Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Bestuurders moeten relationele effectiviteit bewaken’

Beleid, management en politiek zijn de aandachtsgebieden van Eric Bassant. Voor Zorgvisie becommentarieert hij trends en thema's.
Bestuurders moeten continu werken aan hun relationele effectiviteit. Ze onderschatten het belang ervan. Dat zegt Jan Moen, hoogleraar Management en Organisatie in de gezondheidszorg, in een toelichting op zijn boek ‘Hectiek in de bestuurskamer, de warrige wereld van bestuurders en toezichthouders’.
Moen_Jan450.jpg

Het boek verschijnt dinsdag ter gelegenheid van zijn afscheid op de Universiteit van Tilburg (TRANZO) waar hij een leerstoel heeft bekleed . Hij heeft jarenlang ervaring met postdoctorale programma’s, leiderschapsprogramma’s en met het coachen van bestuurders.

Persoonlijk conflict
Moen constateert dat het bij het gedwongen vertrek van een bestuurder vrijwel altijd gaat om de ‘soft skills’, ofwel de relationele effectiviteit. Terwijl naar de buitenwereld wordt gecommuniceerd dat er een verschil van inzicht is gerezen over inhoud en koers van de organisatie is er in werkelijkheid dikwijls sprake van een persoonlijk conflict of een gedragsconflict met een raad van toezicht of met het managementteam. Hierdoor is er onderling geen vertrouwen meer. ‘Ik pleit er daarom voor om in managementopleidingen veel meer aandacht te schenken aan coaching en intervisie,’ aldus Moen. De reflectie op het eigen functioneren kan bestuurders behoeden voor uitglijders. ‘In deze tijd met een grote externe druk op organisaties moeten bestuurders over een breed sociaal repertoire beschikken. Toezichthouders moeten meer aandacht schenken aan de groepsdynamiek binnen de raad.’

Wakker liggen van rvt
De relatie tussen bestuurders en toezichthouders is moeizaam, constateert hij. ‘Als je bestuurders vraagt waar ze ’s nachts van wakker liggen, krijg je in 50 procent van de gevallen te horen: de raad van toezicht. Dat is veelzeggend omdat er vaak andere grote problemen spelen zoals bezuinigingsopgaves of een moeilijke relatie met een ondernemingsraad of cliëntenraad,’ aldus Moen. Leden van een raad van toezicht zien elkaar over het algemeen te weinig om echt een team te vormen, constateert hij. En ze zijn veel tijd kwijt met het verkrijgen van informatie. Zoveel tijd dat ze vaak niet toekomen aan strategische discussies.
En er gaat meer mis. In conflicten met bestuurders wordt vaak niet aan hoor en wederhoor gedaan. ‘Ze denken dat ze slim zijn maar ze stellen niet vaak de vraag hoe ze als raad beter kunnen functioneren. Individueel hebben ze een IQ van meer dan 120 maar als groep komen ze dan uit op een IQ van 80.’
Extra aandacht is nodig voor de relatie tussen de bestuurder en de voorzitter van de raad van toezicht. ‘Als er een nieuwe voorzitter komt, wil die zich profileren. Dat kan verkeerd uitpakken, helemaal wanneer de voorzitter een groot ego heeft. Dat zie je vooral bij generaals buiten dienst, ingenieurs of bekende Nederlanders. Die willen het voor het zeggen hebben en dat kan bestuurders angstig maken.’

Grote managementteams
Ook in de relatie van een bestuurder met het managementteam moet volgens hem meer aandacht komen voor de onderlinge relatie en de effectiviteit van het team.’ De leden moeten gebruik leren maken van elkaars aanvullende competenties. Je kunt beter vier keer per jaar het bos in gaan om over onderwerpen zoals de koers en de benodigde veranderingen in de organisatie door te praten, dan dat je iedere week routinematig vergadert. Vaak zijn managementteams te groot. Acht personen is de grens.’ Moen schat dat 40 procent van de ontslagen van bestuurders worden veroorzaakt door managementteams die de bestuurder passeren en steun zoeken bij de raad van toezicht. 

Accreditatie lost niets op
De scheidend hoogleraar is van mening dat bestuurders en toezichthouders hun eigen functioneren kritisch moeten blijven beschouwen. Accreditatie van toezichthouders lost volgens hem niets op als de reflectie niet serieus wordt aangepakt. ‘Ze moeten aan onderhoud doen. Het is nu eenmaal zo dat mensen die onder druk staan, terugvallen in oude, minder effectieve patronen. Als de stress groot is, kunnen ze beter op de pauzeknop drukken. Even tot tien tellen voordat ze een mening ventileren.’

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.