De tachtig specialisten ouderengeneeskunde, paramedici en andere behandelaren willen een zelfstandige organisatie vormen die contracten afsluit met Vitalis. In december 2008 meldde de zorgorganisatie de oprichting van stichting Nuanze, die mensen thuis behandelt en ook de huizen van Vitalis zou bedienen. Maar de raad van bestuur wil geen verdere verzelfstandiging. “We hebben twee jaar naar verzelfstandiging toe gewerkt en opeens vaart het bestuur een andere koers”, zegt verpleeghuisarts John van der Stegen.
Behandeling
Vertrouwensbreuk
In februari ontstond een vertrouwensbreuk. Mediation tussen bestuur en behandelaars heeft geen oplossing gebracht. Deze week zijn er nieuwe gesprekken. Van der Stegen: “Van beide kanten is er bereidheid te denken over een goede mix van ondernemingsvormen. Een beetje van Vitalis en een beetje van Nuanze.” Misschien willen sommige behandelaren wél op een locatie blijven, denkt hij. Volgens Van Veen is de koers van het bestuur duidelijk: “Een volledig onafhankelijke stichting is een brug te ver.”
Kwaliteit van de behandeling
De behandelaars willen de verzelfstandiging om beter werk te kunnen leveren. De behandeling verschilt nu sterk tussen locaties, doordat directeuren zelf beslissen hoeveel behandeluren ze inzetten; gemiddeld minder dan in de zorgzwaartepakketten zit. Van der Stegen: “Op sommige locaties is er een grote druk om in minder uren de nodige zorg te bieden, of onbetaald meer uren te draaien. Daardoor kun je niet altijd doen wat je voor ogen hebt. Wij willen afspreken wat voor cliënten nodig is, bijvoorbeeld revalidatie- en palliatieve pakketten.’” Van Veen belooft dat Vitalis met een investeringsplan verschillen tussen locaties gelijk gaat trekken.
Cliëntenstop
Vitalis heeft momenteel drie volledige vacatures voor verpleeghuisartsen. Sinds deze week neemt ze tijdelijk geen cliënten aan voor dagbehandeling, waar de artsen een begeleidende rol in hebben. (Zorgvisie – Krista Kroon)
Lees ook:
‘Aparte behandeldienst geeft verpleeghuisartsen meer invloed”
‘Verpleeghuisarts kan thuis en in ziekenhuis iets toevoegen’