Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties1

Een luchtige zomervertelling over hoe we de uitdagingen in de zorg aankunnen

Het is een warme zomerdag als Jaap van den Heuvel, Interim Management Crisis & Consultancy in Healthcare, langsgaat bij 'zijn' verpleeghuis. Een bezoek waarbij zijn eigen (eventuele) toekomst in een verpleeghuis hem even beangstigt. Gelukkig overstijgt de verbinding door welkome ijsjes dat toekomstbeeld. Welke verhalen worden er eigenlijk verteld, en hoe kom je bij ieders verhaal terecht?
Foto: Maasstad Ziekenhuis

Laatst op een hete zondagmiddag werd ik meegevraagd om ijsjes uit te delen in het lokale verpleeghuis. Op weg ernaartoe kochten we bij ’s lands grootse grutter voor dertien euro vijfenzeventig genoeg waterijsjes voor twee afdelingen. Eenmaal in het pand ontvouwde de diepere bedoeling van onze missie zich. Het was een oud gebouw, nieuwbouw is in aantocht, zonder airco. Via een benauwde lift, een smalle gang en door vergrendelde klapdeuren belandden we op de gesloten afdeling. Even op het bankje gaan zitten. Mijn partner in crime ging eerst naar de andere afdeling. Terwijl de klapdeuren weer in het slot vielen, viel mij op dat alles de sfeer ademde van het verpleeghuis waar ik lang geleden werkte. De kleuren, het gehavende linoleum, de leuningen langs de muur, rondschuifelende bewoners, de bedompte warmte en bovenal de geur. Als ze nou maar niet denken dat ik de nieuwe bewoner ben!

Volop innovatie bij ‘mijn’ verpleeghuis

Midden negentiger jaren werd er in mijn verpleeghuis Amstelhof, later na vele fusies samengeklonterd tot Cordaan, al voortvarend geïnnoveerd. De lokale zorgverzekeraar ZAO, ontstaan uit een drietal Amsterdamse ziekenfondsen en na vele volgende fusies opgeslokt door Achmea, speelde daarbij een belangrijke rol. Patiënten met een herseninfarct opgenomen in het academische ziekenhuis verbleven daar toen gemiddeld 24 dagen. Een grondige analyse leerde dat die ziekenhuisopname in feite niet nodig was en dat alleen het CT-onderzoek waarde toevoegde.

Iedereen begreep dat er wat moest gebeuren, maar wel pas nadat het ballet der belangen gedanst was. De opnameduur kwam uit op vijf dagen. Daarna kon de patiënt ‘veilig’ naar het verpleeghuis. Daar verdrongen de revaliderende disciplines zich al rondom de toekomstige zorgpaden. In sommige voorstellen was er tussen de fysiotherapie, de ergotherapie, de logopedie en de psycholoog voor de patiënt nog nauwelijks tijd om te eten. Met het eindvoorstel stapten we gezamenlijk naar ZAO. Het tarief van een ligdag in het verpleeghuis werd met 50 gulden verhoogd en de deal was rond.

‘Beroofd van verstandelijke vermogens’

Net voordat ik mijmerend op het bankje in de reguliere koffieronde door de afdeling geassimileerd dreigde te worden, gingen met een klik de klapdeuren van het slot en kwamen de ijsjes binnen. “Nee hij hoort bij mij, bij de ijsjes”. Nu de vrees ‘naar mijn kamer gebracht te worden, of erger nog naar therapie’ weer vervluchtigde, durfde ik de koffie wel aan te pakken. Het schrikbeeld om op zo’n afdeling, geheel of gedeeltelijk beroofd van mijn verstandelijke vermogens, de dagen te moeten slijten, kwam ineens griezelig nabij.

Looprekjes die stilzwijgend, in willekeurige richtingen rondgeschoven. Aangestaard worden met vage blikken van herkenning of toch ook weer niet. Het zwijgend aanschouwen van het stilleven op de bank bij de televisie in de hoek. En wat gaat er dan nog in je eigen brein om? Het ijs werd gelukkig gebroken door: de ijsjes. Als bij toverslag kwamen er blije gezichten, doelgerichte bewegingen en klonken vrolijke klanken. Voor mij het uitgelezen moment om te doen wat bewoners soms ook willen; ontsnappen via de klapdeuren.

Er dreigde een groot zorginfarct

Een jaar na de start van het revalideren van de patiënten met een herseninfarct kwam ik in contact met de hoogleraar cardiologie van het andere Amsterdamse academische ziekenhuis. Er dreigde volgens hem een groot zorginfarct door de toenemende stroom van patiënten met chronisch hartfalen. Die patiënten hoorden eigenlijk niet in een academisch ziekenhuis, vond hij. De hoofdverpleegkundige van één van onze afdelingen zag het wel zitten en ging aan de slag met verpleegkundigen, artsen en paramedici. Voor we het beseften was het geregeld. Protocollen op orde, goede werkafspraken en eigenlijk iedereen tevreden.

Wij hadden een uniek project en het academische ziekenhuis creëerde ruimte voor complexere patiënten. Iedereen tevreden, behalve zo bleek toen we echt konden beginnen, de geestelijk verzorging. Een groot ethisch dilemma had zich geopenbaard. Vanwege de hartpatiënten was er een defibrillator op de afdeling gekomen en waren onze mensen getraind. Moest die nu ook voor andere patiënten gebruikt gaan worden? Een goede vraag, waar goed over gesproken is en waar na grondig beraad uitkwam dat dit niet de bedoeling kon zijn. Een mooi project kon doorgaan. Over de aanpassing van het dagtarief is nauwelijks discussie geweest. De meerwaarde voor alle partijen lag er dik bovenop.

De ijsjes droegen bij aan de sfeer

Na een benauwde lifttocht naar beneden lonkte buiten, bij meer dan dertig graden in de schaduw, het lichte briesje. Onder grote parasols op het terras zaten ook nog wat bewoners, enkelen met familie. Er bleken nog net genoeg ijsjes over die ook hier, ondanks of juist dankzij de hitte, bijdroegen aan de sfeer op een verder vrij matte zondagmiddag. Een bewoner probeerde vergeefs met één hand zijn ijsje open te maken terwijl de andere er wat ‘onthand’ naast lag. Even niet opgelet, maar snel weer opgelost door een handje te helpen. Uit het project van destijds herinnerde ik me nog de verhitte discussie over de meerwaarde van revalidatie na een herseninfarct. De meerwaarde van ijsjes had zich daarentegen wel bewezen. Voor slechts dertien euro vijfenzeventig.

Je kiest je verhaal

Het boek The life of Pi van Yann Martel uit 2001, heeft als thema dat het leven een verhaal is en dat je je verhaal kunt kiezen. Hoofdpersoon Pi lijdt schipbreuk na vertrek uit India en belandt met enkele dieren uit de dierentuin van zijn vader in een reddingsboot. De dieren eten elkaar op en alleen een Bengaalse tijger blijft over. Uit lijfsbehoud weet Pi de tijger te temmen en na een onvoorstelbare reis overleeft hij de tocht van 227 dagen over de Stille Oceaan. In het ziekenhuis in Mexico vertelt hij zijn onwaarschijnlijke verhaal tijdens zijn ondervraging over de schipbreuk.

De beide onderzoekers geloven Pi niet. Hij biedt hun daarop een tweede versie van het verhaal waarin niet de dieren, maar zijn moeder en enkele bemanningsleden voorkomen. Dan begrijpt de lezer wat er waarschijnlijk is gebeurd en hoe de anderen in de strijd om te overleven zijn omgekomen. Pi geeft aan dat geen van de twee verhalen bewezen kan worden en zeker niet de schipbreuk verklaren. Hij vraagt de onderzoekers naar hun voorkeur. Misschien wel uit medelijden kiezen ze voor het verhaal met de dieren. Als ze weggaan blijkt dat ze toch het verhaal met de moeder en de bemanningsleden in hun verslag zetten.

Kiezen tussen twee verhalen

Ook in de zorg kunnen we kiezen tussen twee verhalen. Gaan we voor het ongeloofwaardige verhaal van het Integraal Zorgakkoord, waarin richtingloos met veel bureaucratisch gedoe bijna drie miljard euro wordt rondgepompt, waar heel veel partijen met tegenstrijdige belangen zich maar uit moeten zien te worstelen, zonder duidelijke rollen en ieder voor zich, in een ongelofelijk complex systeem waar geen touw meer aan vast te knopen is en wat consequent frustreert wat er moet gebeuren en uitkomsten genereert die we niet willen. Of gaan we voor het verhaal waarin zorgverleners zonder belemmeringen kunnen doen wat nodig en goed is voor de patiënt, wat vervolgens heel eenvoudig door het meest simpele systeem volledig gefaciliteerd wordt, waarbij helder is wat er van iedereen verwacht wordt en wie wat moet doen?

U mag kiezen!

Door: Jaap van den Heuvel, Interim Management Crisis & Consultancy in Healthcare

1 REACTIE

  1. Beste Jaap,
    Ik ga voor de tweede optie. De werkvloer moet beloond worden met het effectiefste en goedkoopste
    “ beleids-“ medicijn, met als werkzame stof : “ VERTROUWEN.” Het kost niets , levert veel op aan toegevoegde waarde en er ligt nog veel ongebruikte voorraad op de “planken” bij de overheid en zorgverzekeraars. De werkvloer heeft in de afgelopen vele jaren (ondanks vaak terecht geklaag over de registratie – en administratieve lastendruk ) laten zien dat ze dit vertrouwen meer dan verdiend hebben , door gewoon door te werken aan innovatie en kwaliteitsverbetering.
    Guus van Montfort.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.