Dit jaar zijn de uitgaven ruim 110 miljard euro en voor volgend jaar ruim 114 miljard euro, zo leerde de miljoenennota ons. Vijfentwintig jaar geleden waren de zorgkosten nog “maar” ongeveer 30 miljard euro. Terwijl de economie in die periode natuurlijk ook groeide, verviervoudigde ongeveer de zorgkosten!
Het aantal 65-plussers nam wel toe, maar niet zo hard. We kunnen dus geenszins stellen dat de groei aan demografie is te wijten. Technologie, (terechte) inkomensverbetering van zorgprofessionals en een bredere zorg deden ook een aanzienlijke duit in het goedgevulde zakje.
We praten veel over de macro-rekening en de gevolgen voor de economie, maar dit is echt niet de grootste uitdaging van de stijgende zorgkosten. Veel belangrijker zal de bestendiging van de risico-solidariteit worden.
Netto-betaler
Even wat duiding. De zorg wordt niet, zoals in veel andere sectoren, betaald door de gebruiker. Een heel groot deel van de mensen is netto-betaler, oftewel: ze betalen meer dan ze gebruiken. Dat is een groot goed van ons systeem. Circa 90 procent van de premiebetalende volwassenen dragen bij aan de 10 procent netto-ontvangers. De gemiddelde volwassene betaalde dit jaar 7.500 euro aan zorg. En nogmaals, deze vorm van solidariteit is een verworvenheid!
Draagvlak is niet oneindig
Maar hoe lang zijn de nettobetalers bereid om dit zonder te morren te blijven doen. Solidariteit valt of staat bij draagvlak, maar is zeker niet oneindig, omdat dit draagvlak per definitie nimmer oneindig is. En waar gemor begint – zeker wanneer steeds meer zorgkosten zijn te herleiden tot persoonlijke keuzen om te roken, te sporten of juist niet te bewegen – brokkelt draagvlak af. Dat moment komt steeds dichterbij, want de premie neemt elk jaar toe en gaat elk jaar ten koste van de koopkracht.
Voor jongeren komt daar nog bij dat zij tegelijk een inschatting maken of deze vorm van solidariteit er nog zal zijn als zij het mogelijk nodig hebben. En dan zou het best kunnen zijn dat die inschatting nee is. Dat doet de bereidheid om nu een vorstelijke premie te betalen geen goed.
Jaarlijkse bekendmaking premie
Een goede indicator is de onrust die jaarlijks ontstaat als de nieuwe ziektekostenpremies bekend worden gemaakt. De andere zorgpremies zitten te veel verstopt in en rond het loonstrookje. In 2025 steeg deze premie ruim 10 euro per maand en dat zal binnenkort ook wel weer gebeuren. Indien de halvering (of nog meer) van het eigen risico doorgaat, komt daar nog eens 20 euro bij. We komen dan dicht bij de 200 euro per maand en ik ben bang dat die symbolische grens wel eens een gamechanger voor het draagvlak kan zijn.
Kostenbeheersing is daarmee niet louter een zaak van verzekeraars, maar ook van premiebetalers, de overheid en de hele samenleving. En dus ook van zorgaanbieders. Want de kentering in de bereidheid de stijging van de premie te accepteren, gaat consequenties hebben voor de budgetten.
Praten over solidariteit
Daarom is het onwenselijk om nauwelijks over deze vorm van solidariteit te praten. Om risico-solidariteit te borgen, moeten we het er juist veel meer over hebben. Hoe stutten we het draagvlak terwijl deze autonoom al jaarlijks stijgt? Indien we dat gesprek niet expliciet aangaan, betalen wij allemaal later de rekening!
Door: Frido Kraanen, visiting practioner bij onderzoeksinstituut DRIFT van de Erasmus Universiteit in Rotterdam en bestuurder bij Gelre Ziekenhuizen in Apeldoorn en Zutphen