Als voorbeeld van botsende governance-werelden noemt Hoek de perikelen rond de IJsselmeerziekenhuizen in Emmeloord. Wat begon als een governance-discussie onder zorgprofessionals over de houdbaarheid van een bepaalde voorziening binnen het ziekenhuis, eindigde in een landelijk debat waar iedereen – van minister en Kamerlid tot gemeentebestuurder – zich tegenaan bemoeide. Het gevaar van zulke bemoeienissen is volgens Hoek dat ze broodnodige beslissingen in de weg staan.
Gescheiden houden
Om dergelijke escalaties in de toekomst te voorkomen, moeten alle partijen zich er, aldus Hoek, rekenschap van geven dat er verschillende governance-praktijken naast elkaar bestaan.
Intern
Private governance gaat over zorgaanbieders als bedrijf en is primair een zaak van de raad van bestuur en de raad van toezicht. Publieke governance richt zich op doelstellingen als bereikbaarheid, betaalbaarheid en toegankelijkheid. Professionele governance is het systeem van protocollen, richtlijnen en visitaties waarmee professionals de kwaliteit van hun specialisme proberen te waarborgen.
Verantwoordingsplicht
Voor bestuurders betekent deze driedeling dat ze zich moeten bekwamen in het schaken op verschillende borden. De overheid zou op haar beurt moeten erkennen dat zorgverlening is gebaseerd op private overeenkomsten tussen aanbieders en afnemers. Daarmee is de zorg primair een kwestie van interne bedrijfsvoering.
Professionals moeten zich wat Hoek betreft meer bewust worden van hun verantwoordingsplicht. Als hun beslissingen maatschappelijke consequenties hebben, zoals het gebruik van dure medicijnen, moeten ze dienovereenkomstig getoetst worden. (ZorgVisie – Philip van de Poel)