Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Corona geeft samenwerking vleugels

ROBBERT HUIJSMAN
Wietse de Vries
Het heeft de vvt-bestuurders in Noord-Holland Noord zelf verrast. De snelheid waarmee zij een regionale crisisstructuur tot stand brachten en hoe soepel de gezamenlijke aanpak van corona-gerelateerde problemen verliep. Deze samenwerking smaakt naar meer.
Samenwerking Noord Holland Noord
Beeld: grebeshkovmaxim/Getty Images/iStock

Op vrijdag 13 maart 2020 was er een reguliere ROAZ-vergadering in Amstelveen. De vvt-sector werd vertegenwoordigd door Zorgbalans, Zorgcirkel en Omring vanuit de drie noordelijke veiligheidsregio’s in Noord-Holland en door Cordaan vanuit de zuidelijke veiligheidsregio’s in Noord-Holland en Flevoland. De vier vvt-aanbieders gingen nog diezelfde middag in overleg met collega’s die juist in hetzelfde gebouw bijeen waren om de eerste signalen over grote Brabantse uitbraken te bespreken. Alle aanwezigen veegden de oorspronkelijke vergaderagenda’s leeg en initieerden daar de vvt-crisisstructuur zoals die in ROAZ-verband heeft gefunctioneerd met verschillende opschalingsniveaus en ketenpartners.

Namens hen belde Hans Groenendijk (tot juni 2021 bestuurder van Woonzorggroep Samen) meteen rond om alle collega-bestuurders in Noord-Holland Noord te vragen samen de regionale vvt-crisisstructuur op te bouwen. In het allereerste overleg op 16 maart 2020 kreeg hij de voorzittersrol toebedeeld die hij tot medio 2021 heeft vervuld. In die periode van bijna 15 maanden is in totaal 78 keer telefonisch vergaderd met steeds vrijwel alle ouderenzorgbestuurders in NHN, in totaal 19 organisaties (zie kader). Elke keer opnieuw verzorgde de bestuurssecretaris van Woonzorggroep Samen de agenda plus eventuele documentatie, en direct na afloop ook de notulen en follow-up. Hij was ook het vaste communicatiekanaal om regionale en nationale informatie, richtlijnen en andere relevante documenten snel aan iedereen door te spelen. Aanvankelijk vond het overleg vrijwel dagelijks plaats. Later is dat afgebouwd naar een een- of tweewekelijkse frequentie, al naar gelang de noodzaak. De laatste vergadering was op 30 juni 2021.
In een regionale coronamonitor werden van het begin af aan tot medio mei dit jaar data verzameld over aantallen besmettingen, herstel en sterfgevallen onder cliënten, alsmede de absentie onder medewerkers direct of indirect ten gevolge van corona. Deze monitor is zeer waardevol geweest om met elkaar de ontwikkelingen te volgen en te wegen, en vervolgens te besluiten tot maatregelen of hulp aan elkaar.

Stem van de vvt

Het regionale vvt-overleg was onderdeel van een veel bredere crisisstructuur in de ROAZ-regio Noord-Holland/Flevoland via een cascade-model van overleg op steeds hoger niveau, met drie en vervolgens zes Noordwestelijke regio’s en ten slotte het Bestuurlijk Crisis ROAZ. De vergadermomenten van al die overleggen sloten naadloos op elkaar aan, met korte lijntjes heen-en-weer tussen de verschillende niveaus. Vanuit de NHN-regio is het zo goed gelukt om de vvt te vertegenwoordigen in het Bestuurlijk Crisis ROAZ. Daar is de stem van de vvt steeds serieus genomen en was de ouderenzorg zeker geen ondergeschoven kindje zoals elders in het land nogal eens werd ervaren. De input vanuit NHN werd teruggezien op NW-3 en ROAZ-niveau; dat gaf vertrouwen dat de bespreekpunten daadwerkelijk werden opgepakt en versterkte de samenwerking. Ook de lijnen met ActiZ en de verbondenheid bij de afstemming op landelijk niveau zijn van grote waarde geweest.

Collectief

Voor de kracht van de samenwerking in NHN is een aantal factoren bepalend geweest. Een van de belangrijkste is de collectieve verantwoordelijkheid. De verdeling van de schaarse persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM), de onderlinge uitleen van personeel en het gezamenlijk bemensen van de vvt covid-units in de eerste golf zijn sprekende voorbeelden van deze collectieve verantwoordelijkheid. Iedere participerende organisatie, hoe groot of klein ook, was een volwaardig lid in de samenwerking en van waarde door haar input. Dat de voorzitter van het vvt-overleg uit een middelgrote organisatie kwam, heeft waarschijnlijk bijgedragen aan het draagvlak. Een andere belangrijk factor is het onderlinge vertrouwen en de openheid waarin ingewikkelde onderwerpen werden besproken. De frequentie en intensiteit van het overleg met steeds dezelfde personen hebben positief gewerkt op het onderlinge vertrouwen. Dat wilden we als bestuurders ook uitdragen naar onze organisaties, bijvoorbeeld door aanmoedigende gezamenlijke advertenties in het regionale dagblad.

Openheid

In de samenwerking werd gestreefd naar eenduidigheid op de ingewikkelde dossiers, maar de overlegpartners ervoeren ook ruimte voor de eigen discretionaire bevoegdheid. Wanneer van de collectieve lijn werd afgeweken, gebeurde dat in alle openheid. De redenen werden openlijk gedeeld en gewogen, en vervolgens werd het ook gerespecteerd. Twijfelpunten konden in een of twee besprekingen worden beslecht. Samen markeerden en doorleefden de bestuurders het spanningsveld tussen enerzijds het streven naar de ‘fractiediscipline’ en eenduidigheid in de regio en anderzijds de eigen bestuurlijke beslissingsbevoegdheid en lokaal maatwerk. Hierdoor is meer openheid voor ‘het goede gesprek’ ontstaan en leerden we omgaan met de bestuurlijke kramp om altijd vast te houden aan nu eenmaal gemaakte, landelijk en/of regionale afspraken. Contextueel noodzakelijk maatwerk werd zo in balans gebracht en gehouden met het blijvende streven naar eenduidig beleid.
Het faciliterende en op samenwerking gerichte leiderschap is daarbij van belang geweest. Mede dankzij een voorzitter die het lef en het gezag had om soms door te duwen op regionale afspraken en soms de discussie juist niet te forceren. Daarbij stuurde hij steeds op een open en goede uitwisseling van argumenten, terwijl hij ook de portefeuillehouders goed in positie hield. We moesten immers samen de klussen zien te klaren.

Portefeuilles

De portefeuilleverdeling leverde een belangrijke bijdrage aan het succes van bestuurlijke samenwerking omdat iedere bestuurder een actieve bijdrage heeft kunnen leveren. Het bleek goed te werken om vanuit duurzame inzetbaarheid van de deelnemers de verantwoordelijkheden en de bijbehorende tijdsinvestering te spreiden. Mandaat en vertrouwen geven, elkaar ruimte gunnen, bleken effectieve mechanismen om klussen en verantwoordelijkheden te verdelen tussen de bestuurders. Niet alleen onder de grote druk van de eerste golf, maar ook later, toen in de tweede en derde golf meer ‘routine in crisisbeheer’ kwam, bleven we zo werken om uit de crisis te komen. De portefeuilles betroffen thema’s als PBM, testbeleid, opnamebeleid, de gesprekslijn met de gemeenten over het Wmo-beleid (zoals dagbesteding plus vervoer voor mensen met dementie), de vaccinaties van eerst bewoners en vervolgens medewerkers, de speciale vvt-covid units en covid-thuiszorgteams die over de subregio’s werden verdeeld tussen enkele grotere zorgaanbieders.
Hoewel landelijke financieringskaders voor deze noodvoorzieningen lang uitbleven, hebben we die in de regio beheerst overeind weten te houden vanuit ons gezamenlijk commitment en bereidheid risico’s te delen. Enkele bestuurders hadden als portefeuille ook een hulplijn van een crisisgroep specialisten ouderengeneeskunde uit verschillende organisaties. Zij adviseerden gevraagd en ongevraagd over medische aspecten en spraken daarvoor richtlijnen af en amendeerden ze eventueel, mede op aanwijzing van landelijke partijen.
Zo was er ook een adviesgroep van HR-specialisten om de gezamenlijke lijn in personeelsuitwisseling bij uitbraken te bepalen en de zorgbonus in te regelen. Herhaaldelijk werden organisatorische en logistieke handreikingen ontwikkeld voor alle aangesloten organisaties. En in de aanloop naar de derde golf tijdens winter 2021 werd een alomvattend draaiboek voor een eventuele code zwart ontwikkeld, dat ternauwernood in de spreekwoordelijke lade kon blijven.

Externe positie

Naast het doel om met gezamenlijk beleid en gedeelde uitgangspunten de crisis het hoofd te bieden in de regio, had het vvt-overleg tot doel de externe context te beïnvloeden. Ook hierbij was de portefeuilleverdeling van belang. De portefeuillehouders hebben het contact onderhouden met de voor hen relevante (boven)regionale stakeholders. Zo hebben de houders van de portefeuilles test- en vaccinatiebeleid in nauw overleg gestaan met de GGD om het testen en vaccineren in heel Noord-Holland Noord te organiseren. Een ander had overleg met de GGD en de Veiligheidsregio NHN over de vvt covid-units. Dat de vvt op deze manier zijn stem liet horen en zijn invloed uitoefende, leidde niet alleen tot wederzijds goed geïnformeerd zijn maar ook tot concrete resultaten. Zo hebben we door de afstemming over de covid-units en de flexibele en snelle op- en afschaling kunnen voorkomen dat grootschalige corona-zorghotels zijn opgezet. En in de opstartfase hebben we in gezamenlijkheid en samenwerking met de GGD kunnen zorgen dat het testen van cliënten en medewerkers zo efficiënt mogelijk verliep.

Vervolg samenwerking

Onze verbondenheid rond het thema corona heeft geleid tot een intensieve en succesvolle samenwerking tussen de vvt-organisaties in NHN op basis van vertrouwen, openheid naar elkaar én ruimte voor eigenheid. We hebben als bestuurders beter geleerd onderling te mandateren en delegeren, met goede afspraken over eenvoudige coördinatie en communicatie, zonder dubbelingen of juist lacunes aan allerlei overlegtafels. Die corona-lessen in bestuurlijke samenwerking zijn zeer waardevol en vertalen we nu naar andere regionale overlegtafels voor de grote maatschappelijke uitdagingen van vergrijzing, arbeidsmarkt en bouwopgaven. De lessen zijn compact samen te vatten: (a) niet wat ons scheidt, maar wat ons bindt is het uitgangspunt, (b) we schuiven niet aan een overlegtafel aan om het dossier te bewaken en klein te houden, maar om vanuit een gezamenlijk verantwoordelijkheidsgevoel eraan bij te dragen en (c) we proportioneren en verdelen regionale ontwikkelprogramma’s, in plaats van allemaal altijd en overal mee te praten. Uit die ingrijpende coronacrisis gaan zeker mooie samenwerkingsstappen volgen voor een gezamenlijk aanpak van toekomstige uitdagingen in de ouderenzorg.

Deelnemers bestuurlijk Coronacrisisoverleg NHN

Alkcare (Hans van Petten); Aristozorg (Gea Klercq); De Pieter Raat Stichting (Gabriele Kasten); Geriant (Robbert Huijsman); Horizon Zorgcentrum (Ingeborg Korthals); JonkersZorg (Angelique Vlaar); Magentazorg (Gerrit Jan Vos); Martha Flora (Bianca van Koolwijk); Omring (Jolanda Buwalda, Henri Hofman); Polder Residence (Jennifer Hofmeijer); St. Kleinschalig Wonen Westwoud (Erica van der Meulen); St. Zorgorganisatie NiKo (Jenny Ploeg);ViVa! Zorggroep (Gerja Pellegrom); Vrijwaard (Evelien Grootendorst; Warm Thuis (Hans van Amstel); WilgaerdenLeekerweideGroep (Iris van Bennekom); Woonzorggroep Samen (Hans Groenendijk (voorzitter), Wietse de Vries (secretaris), Caroline Beentjes); Zorgcirkel (Wilma Bus); Zorggroep Tellus (Wilco van der Most).

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.