Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Een ander slechtnieuwsgesprek: ‘De dood is niet per se slecht’

Corine Lutz
Artsen moeten niet voor patiënten invullen wat ze wel of juist niet willen weten, zegt Mustafa Bulut, geestelijk verzorger in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ). We kunnen volgens hem ook niet om cultuursensitief werken heen. "Dat draagt ook bij aan meer vitaliteit en meer werkplezier bij medewerkers."
Mustafa Bulut. Foto: ETZ / Ellen den Ouden

We leven in Nederland in een steeds individualistischere maatschappij, stelt Bulut, en vergeten vaak dat het draait om de patiënt. “Terwijl bij een slechtnieuwsgesprek iemand gaat overlijden. De wensen en behoefte van een patiënt moeten dan centraal staan.”

Cultuursensitief werken

Daarnaast kunnen we niet meer om cultuursensitief werken heen, aldus Bulut. Van de 65-plussers in de grote steden is een derde migrant en dat aantal gaat omhoog. In Amsterdam heeft meer dan de helft van de mensen een migratieachtergrond.

Toch gaat het bij intercultureel werken niet alleen om verschillen in culturele achtergronden. “De Nederlandse burger is ook complex,” zegt Bulut. “Het is een valkuil om steeds over een bepaalde bevolkingsgroep zoals moslims te praten, alsof alleen die patiënten lastig zijn. Het is noodzakelijk om breed te kijken hoe je omgaat met alle verschillende patiënten.”

Mustafa Bulut is dagvoorzitter op het congres Cultuursensitieve zorg, dat op 7 juni 2024 plaatsvindt in Utrecht.

Thema’s die aan de orde komen:

  • De culturele achtergrond kan van invloed zijn op de beleving van en de omgang met zorg en ziekte
  • De ervaring van ziekte: hoe wordt de ziekte ervaren, hoe wordt omgegaan met comfortbehandeling?
  • De zorgverlener heeft zelf ook bepaalde culturele uitgangspunten, die denken en handelen beïnvloeden

Meer informatie 

Alternatief voor ‘slecht’

Bulut is al langere tijd op zoek naar een alternatief voor de term ‘slechtnieuwsgesprek’. Het liefst haalt hij het woord ‘slecht’ eruit. “Wij vullen in dat we slecht nieuws brengen. Maar misschien is het niet altijd slecht nieuws. Voor religieuze mensen of mensen uit bepaalde culturen is de dood een overgangsproces naar een andere wereld. De dood is dan niet slecht of het einde van een leven.”

Ook voor niet-gelovige mensen is de dood niet per se slecht, denkt Bulut. “Het woord ‘slecht’ is een sturing van de emoties van de patiënt.” Daarmee geeft hij een andere invulling aan het slechtnieuwsgesprek.

Ongevraagd advies

Het is ook de vraag of mensen altijd willen horen wat ze precies hebben, of dat ze gaan overlijden. In de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) staat dat een patiënt het recht heeft om te weten wat hij heeft. “Artsen zijn geneigd om dat te interpreteren als: het is hun plicht om het te vertellen. Want dat is goede zorg, mensen kunnen dan afscheid nemen.”

Uit onderzoek blijkt dat 98 procent van de Nederlandse artsen altijd gevraagd en ongevraagd slecht nieuws geeft. In Italië is dat minder dan de helft, 46 procent. Dat verschil is volgens Bulut te verklaren doordat er in andere landen andere woorden worden gebruikt bij een slechtnieuwsgesprek. “Een arts geeft bijvoorbeeld aan dat de situatie ernstig of zorgelijk is.”

Van een arts wordt verder regie en controle verwacht, denkt de geestelijk verzorger. “Alleen zij hebben geen glazen bol, dat kan hen soms ongemakkelijk maken. Of bijvoorbeeld wanneer het gaat om een moeilijke diagnose. Hoe sneller je de boodschap brengt, hoe makkelijker je verder komt. Dan laat je het wel aankomen bij de patiënt en het is het maar de vraag hoe die de boodschap oppakt.”

Vragen stellen

We moeten niet meer voor mensen invullen wat ze wel of juist niet willen weten. “Geef de bal terug, stel vragen en laat mensen zelf vragen stellen. Daarbij is het belangrijk om gevoel te krijgen voor wat mensen nodig hebben. Patiënten met een andere culturele achtergrond hebben andere behoeften dan patiënten opgegroeid in Nederland.”

We moeten niet onderschatten hoeveel we communiceren met onze lichaamstaal en stem, weet Bulut. “Patiënten kijken je eerst in de ogen aan, dan zien ze het gezicht, vervolgens de lichaamstaal en de toon van je stem en als laatste pas de woorden, als ze die nog horen. De lichaamstaal en toon kan daarom het verhaal al vertellen, ook bij een taalbarrière.”

Slecht nieuws benoemen

Wanneer een arts slecht nieuws moet brengen is de eerste stap dat de arts bij zichzelf checkt of er compassie is voor de situatie. Dat kan door lastige situaties ontbreken, denk aan boze families. “Patiënten voelen het aan als een arts tijdens een gesprek weinig compassie kan vertonen, praat er daarom over met collega’s.”

De tweede stap is dat artsen de situatie benoemen zonder daarbij het woord slecht te gebruiken. De situatie is ernstig of zorgelijk zijn daarvoor goede alternatieven. “Of zeg: ‘de onderzoeksresultaten zijn binnen’, en blijf dan stil. We zijn dat in Nederland niet gewend, daar voelen we ons ongemakkelijk bij maar mensen begrijpen je. We zijn gewend om alles te bespreken, alles moet vastgelegd worden om zaken te voorkomen. Daar zouden we kritischer op moeten zijn.

Ten slotte is het belangrijk dat je aangeeft dat je een patiënt niet laat vallen. “Wanneer je zegt ‘er kan niks meer worden gedaan’ kan dat overkomen dat je iemand in de steek laat. Dus bijvoorbeeld ‘we doen alles wat we kunnen om u te helpen, maar we lopen tegen grenzen aan’.”

Vinkjes

Vanuit de WGBO mogen alleen artsen slechtnieuws vertellen. Het is de vraag of een dubbel poliklinisch consult van twintig minuten daarvoor voldoende is. “Op de SEH, waar het vaak over dit soort situaties gaat, is er vaak nog minder tijd om de wensen te bespreken. Het gaat er niet om of er wensen zijn waar rekening mee gehouden moet worden.”

Probleem is dat er meerdere belangen spelen. Bulut noemt daarbij verschillende voorbeelden: “Artsen hebben de wens om op de SEH behandelbeperkingen met patiënt te bespreken, zodat het behandelbeleid in het vervolg van de opname duidelijk wordt, terwijl de patiënt het slechte nieuws nog niet heeft kunnen verwerken. Verpleegkundigen zien de patiënt en diens familieleden urenlang op de kamer en proberen de hoeveelheid bezoekers te managen. En de zorgverzekeraar kan nog verwachtingen hebben over wat er in het dossier gezet moet worden.”

Maar aandacht voor cultuursensitief werken bij het slechtnieuwsgesprek vraagt om tijd en toewijding. Bulut adviseert om eerst met dit onderdeel aan de slag te gaan op de afdelingen waar de behoefte het grootste is, zoals de IC, SEH, oncologie en geriatrie. “Kijk hoe het op die afdelingen loopt en wat het personeel nodig heeft om een beter slechtnieuwsgesprek te voeren, afgestemd op de patiënt.”

Minder verzuim

Naast zijn werk als geestelijk verzorger geeft Bulut tweedaagse cursussen aan afdelingen in het ziekenhuis over interculturele zorg. Hij ziet daarbij positieve resultaten. “Het zorgt voor meer zelfverzekerdheid onder personeel, waardoor zij weten hoe te handelen in complexe situaties. Dit leidt uiteindelijk tot minder uitval en verzuim, verwacht hij. De cursus wordt gemiddeld beoordeeld met een 9,3. Het is belangrijk dat bestuurders in de zorg medewerkers hiervoor de ruimte geven.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.