Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Gezamenlijke besluitvorming is meer dan ‘u vraagt wij draaien’

Redactie Qruxx
Als het gaat om gezamenlijke besluitvorming is er binnen de ggz sprake van een flinke kloof tussen de beschikbaarheid van evidence based behandelingen enerzijds en de toepasbaarheid daarvan binnen de praktijk anderzijds. Dat staat effectieve zorg in de weg, zeker bij de groep patiënten met ernstig psychische aandoeningen. Het is de missie van bijzonder hoogleraar Koen Grootens om daar de praktijk van samen beslissen te verbeteren.

Zelf vindt hij de term samen beslissen wat ‘onhandig’. “Het gaat om het proces: je gaat samen om tafel. Ik praat dus liever over gezamenlijke of gedeelde besluitvórming.” Koen Grootens is door Tilburg University per 1 april benoemd tot hoogleraar Gedeelde besluitvorming bij de behandeling van patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen bij Tranzo (Tilburg School of Social and Behavioral Sciences). Tranzo is een multidisciplinaire academische werkplaats, waar kennis uit hele uiteenlopende specialismen – uiteenlopend van pak ‘m beet: verslavingszorg tot juridische expertise – bij elkaar komt. Grootens’ leerstoel is gevestigd door ggz-instelling Reinier van Arkel. Naast zijn werk als wetenschapper is Koen Grootens psychiater-klinisch farmacoloog bij Reinier van Arkel in Den Bosch en opleider van artsen tot psychiater.

Uitkomstinformatie

“Er gaat veel goed in Nederland”, vindt Grootens. “Gezamenlijke besluitvorming past dan ook bij onze cultuur. Arts en patiënt zien elkaar hier als gelijkwaardige partners, die allebei hun eigen expertise inbrengen.”

Er wordt ook veel gepubliceerd over het belang van gezamenlijke besluitvorming binnen de ggz en de wil is er zeker bij alle disciplines. Maar hoe dat dan precies moet binnen de spreekkamers, is een ingewikkelde vraag, zo stelt Grootens. “Er is nog niet echt een methode. Vaak is het samen een beetje ploeteren.  Dat is niet zo gek: Als je het vergelijkt met de somatische gezondheidszorg, dan spelen binnen de ggz veel meer factoren een rol. Anders dan bij de van in gezamenlijke besluitvorming – zoals de oncologie – zijn binnen de psychiatrie prognoses bij behandelingen veel lastiger te maken. We willen wel meer met uitkomstinformatie gaan werken, maar dat is binnen de ggz nog onontgonnen terrein.”

De inzet van ervaringsdeskundigen om te helpen informeren en adviseren over welke behandelingen effectief kunnen zijn bij bepaalde situaties, ziet Grootens als een positieve ontwikkeling van de laatste tijd.

Werkrelatie

Factoren die het proces van gezamenlijke besluitvorming bemoeilijken, zijn bijvoorbeeld de verminderde wilsbekwaamheid bij psychische aandoeningen of het soms verplichte karakter van de zorg. Koen Grootens: “Als iemand met spoed wordt opgenomen met een psychose, is het voor hem of haar überhaupt lastig om te snappen wat er aan de hand is. Dan kan je als arts niet uitgebreid bespreken welke medicijnen je gaat geven.”

In andere gevallen kunnen arts en patiënt heel goed samen beslissingen nemen over behandeling en medicatie, zegt de psychiater-klinisch farmacoloog. “De gesprekken gaan bijvoorbeeld over het stoppen of vervangen van medicatie, bijvoorbeeld lithium. Patiënten zijn daar erg mee bezig. Dat kan soms ingewikkelde dilemma’s opleveren.”

Soms staan ook de richtlijnen haaks op de wensen van de patiënt. Soms verschillen de opvattingen over de juiste behandeling. Of arts en patiënt verschillen van mening over de diagnose. “Als behandelaar moet je veel tijd en ruimte investeren in een goede werkrelatie, maar dat geldt ook voor de patiënt. Gedeelde besluitvorming is meer dan ‘u vraagt, wij draaien’. Je brengt allebei iets in. Dan moet je elkaar wel goed kennen.”

Naasten

Dat laatste geldt ook voor de omgeving van een patiënt. Een cruciaal punt dat in onderzoeken over gezamenlijke besluitvorming niet of nauwelijks voorkomt, is de rol van familie of naasten hierin, zo constateert Koen Grootens. “Dat is jammer, want binnen de ggz draait het juist om de driehoek patiënt, naaste en behandelaar. Het is ook inherent aan bijvoorbeeld de psychiatrie dat de omgeving ook last heeft van de problematiek. Op de werkvloer zie je wel dat naasten betrokken worden bij gesprekken en besluiten, maar dat zie je niet terug in de literatuur. Daar is gedeelde besluitvorming nog steeds een dokter-patiënt-ding.”

Tijd

Goede uitleg, investeren in een goede (werk)relatie, de omgeving hierbij betrekken, andere disciplines en behandelaren… met dat alles erbij lijkt gezamenlijke besluitvorming binnen de ggz een tijdrovende puzzel. Grootens kan het daarom best begrijpen dat collega’s sceptisch zijn over literatuur waarin wordt aangegeven dat samen beslissen geen extra tijd hoeft te kosten. “Het punt is: we weten dat gewoon nog niet. Je zou denken dat als je aan het begin veel tijd neemt om alles uit te leggen en alle mensen aan tafel te krijgen voor het goede gesprek, je die investering later in het proces krijgt uitbetaald. Maar dat is een hypothese die nog moet worden onderzocht. Dat is wel de moeite waard. Tijd moet geen belemmering zijn voor gedeelde besluitvorming.”

Wel is het de vraag of je als behandelaar soms kan voorsorteren of voorselecteren, zo poneert Grootens. “Moet je alle opties altijd vertellen aan mensen? Binnen de psychiatrie zijn er zoveel opties. Moet je daar iemand mee overladen? Ik denk het niet. Ik probeer als psychiater eerst te snappen wat iemand belangrijk vindt en daar anticipeer ik dan op.”

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.