Tijdens een jaargesprek bij de Stichting Huisartsenposten Midden Limburg constateerde de inspectie een aantal zaken die aanleiding waren voor het instellen van verscherpt toezicht. Eerdere aanbevelingen van de inspectie hebben niet geleid tot verbeteringen.

Niet op de hoogte

Het huidige bestuur is niet goed op de hoogte van wat er speelt op de huisartsenposten en kan dus ook niet bijsturen. Het systeem om te controleren of de kwaliteit in orde is, wordt onvoldoende gebruikt. Dus kunnen er ook geen passende maatregelen getroffen worden als zaken in de hulpverlening niet goed lopen. Huisartsen controleren niet tijdig de consulten die door assistentes zelfstandig telefonisch worden afgehandeld.

Geen afstemming

Er is onvoldoende afstemming tussen de leiding en de huisartsen. Huisartsen stellen zich niet goed op de hoogte van de protocollen en richtlijnen van de huisartsenposten. Bij deze huisartsenposten leert men nog te weinig van incidenten, klachten en calamiteiten. De instelling meldt calamiteiten niet volgens de wettelijke regels aan de inspectie. Dit komt met name doordat de huisartsen het bestuur niet op de hoogte brengen van calamiteiten. De kwaliteit van de bemiddeling bij klachten en de afhandeling van klachten schieten tekort. Ook is er onvoldoende beleid voor scholing van huisartsen gericht op hun werkzaamheden op de huisartsenposten.

Bestuurder

De komende tijd gaat de inspectie de instelling zeer nauwlettend volgen, onder andere door onaangekondigde bezoeken. De inspectie heft het verscherpt toezicht pas op als de bestuurder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij ‘in control’ is en er sprake is van een adequate en systematische bewaking en beheersing van de kwaliteit van zorg. Wanneer over twee maanden naar het oordeel van de inspectie niet genoeg verbetering te zien is, zal de inspectie de minister adviseren een aanwijzing te geven. (Zorgvisie-Carina van Aartsen)

Zorgvisie magazine

Interesse in meer achtergronden? Word nu abonnee van Zorgvisie.