De onderzoekers controleerden kinderen bij wie in 2008 door het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) mishandeling was vastgesteld. Deze kinderen werden vergeleken met een controlegroep uit het MC Leeuwarden. Van de mishandelde kinderen bezocht 26 procent meerdere malen de SEH. In de controlegroep ligt het percentage op 9,8 procent. In de groep mishandelde kinderen vermoedden de onderzoekers achteraf elf keer kindermishandeling, in de controlegroep geen enkele keer.
Beroepsgeheim en beleid
Tussen de 107.000 en 160.000 kinderen worden jaarlijks het slachtoffer van kindermishandeling. Daarvan overlijden meer dan vijftig kinderen. Het blijkt dat kinderen die het slachtoffer worden van ernstige vormen van mishandeling, soms met dodelijke afloop, vaak al in een eerder stadium op de SEH gezien zijn. Artsen en verpleegkundigen kunnen dus een belangrijke signalerende rol spelen. Toch was in 2007 slechts vier procent van de meldingen bij het AMK afkomstig uit ziekenhuizen. De onderzoekers denken dat dit komt door artsen die terughoudend zijn in het doorbreken van het beroepsgeheim of dat artsen onvoldoende op de hoogte zijn van het te volgen beleid bij vermoeden op kindermishandeling.
Herkennen van mishandeling
Herkenning van kindermishandeling is echter niet eenvoudig, erkennen de onderzoekers. “Signalen zijn vrijwel nooit specifiek voor kindermishandeling. Verder blijkt dat kinderen die het slachtoffer worden van kindermishandeling vaker wisselen van hulpverlener of ziekenhuis, waardoor eerdere letsels en signalen verborgen kunnen blijven.” De onderzoekers stellen daarom dat bij kinderen die meer dan één keer in de drie jaar de SEH bezoeken, de mogelijkheid van kindermishandelingen overwogen moet worden. (Zorgvisie – Mark van Dorresteijn | Twitter)
Lees ook:
Eerste rijks-app voor huiselijk geweld en kindermishandeling
Online begeleiding voor kinderen van verslaafden
‘Huisartsenposten moeten alerter worden op kindermishandeling
Zorgvisie magazine
Interesse in meer achtergronden? Word nu abonnee van Zorgvisie.