Hoewel het B-segment nog klein is en de concurrentieruimte beperkt, is al wel te zien dat de prijsontwikkeling daarin bijna drie procent lager ligt dan die van andere ziekenhuiszorg. Voor een belangrijk deel komt dat door de toetreding van zelfstandige behandelcentra die leidde tot grotere concurrentie op de zorginkoopmarkt. De kleinste prijsstijgingen zijn te zien bij die specialismen waar ZBC’s het grootste aandeel hebben in de totale omzet. Waarschijnlijk heeft de aanwezigheid van nieuwe ZBC’s een disciplinerende werking op zittende partijen, zo concluderen de onderzoekers.
Doelmatiger
Ook zorgverzekeraars werken doelmatiger. Zij lijken hun prijzen behoorlijk laag te hebben vastgesteld wat overigens tot verlies leidde per verzekerde. Dit verlies kunnen verzekeraars dekken uit reserves of beleggingen, of door een effi ciëntere bedrijfsvoering via reorganisaties of fusies. Concurrentie tussen verzekeraars is er nog weinig, vooral omdat risico’s nog worden opgevangen door mechanismen in het risicovereveningssysteem. Daarbij ontmoedigen de acceptatieplicht en het verbod op premiedifferentiatie de verzekeraars om gunstige gezondheidsrisico’s te selecteren om daarmee winst te maken.
Overgangsfase
Kwaliteit van zorg is op dit moment nog moeilijk zichtbaar voor verzekeraars en patiënten. Net als voor de stelselwijziging zijn verzekeraars en consumenten nauwelijks in staat om de kwaliteit van een aanbieder vooraf te beoordelen. De onderzoekers tekenen bij al hun conclusies wel aan dat het zorgstelsel nog in een overgangsfase verkeert en dat de gang naar marktwerking pas kort geleden is ingezet. (Zorgvisie – Carina van Aartsen)
Lees ook:
Zorgstelsel kent te weinig prikkels
Kleine zorgverzekeraars scoren beter
ZN: snelle uitbreiding prijsonderhandelingen