Dat blijkt uit gegevens uit de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten.
Heupprothese
De kans dat een nieuwe Metaal-op-Metaal heup binnen vijf jaar aan vervanging toe is, is bij vrouwen 13,5 procent en bij mannen 5,3 procent. Dat is significant hoger dan geldt voor andere heupprotheses. Het percentage heuprevisies ligt daar op 3,2 procent. De MoM-heupen worden niet meer geplaatst. Bij een specifieke prothese, de zogeheten ASR resurfacing prothese, was een nieuwe heup al in bijna twintig procent van de gevallen binnen vijf jaar noodzakelijk. Deze prothese is in 2012 van de markt gehaald.
Ijzervijlsel
De Nederlandse orthopedisch chirurgen zijn in 2012 zelf gestopt met het plaatsen van protheses met een metalen kop-kom verbinding omdat patiënten last kregen van losgelaten ijzervijlsel in het heupgebied en van verhoogde concentraties metalen in hun bloed. Dit leek een generiek probleem voor alle MoM-prothesen. De Nederlandse Orthopaedische Vereniging nam zijn besluit op basis van nationaal en internationaal gepubliceerde ervaringen met MoM-heupprothesen.
Internationaal
Al eerder was vanuit de registers uit Engeland en Australië gebleken dat deze heupprothesen te snel moesten worden vervangen. De NOV ziet de juistheid van dit besluit nu bevestigd op basis van Nederlandse patiëntgegevens. Jaarlijks worden in Nederland in totaal meer dan 28.000 totale heupprothesen en 24.000 totale knieprothesen geplaatst.