Er is wat bijzonders gebeurd met de plannen voor de ouderenzorg van het nu demissionaire kabinet. In dat beleid anno 2012 stonden twee prioriteiten boven aan op de politieke kalender: ouderen blijven voortaan langer thuis wonen en daarom moet de thuiszorg met verpleegkundigen in de wijk snel in ere worden hersteld.
PremiumNu is de politieke agenda
Zeker opmerkelijk dat er uiteindelijk meer geld en aandacht is gekomen voor het behoud van het verpleeghuisconcept dan vooraf gedacht. Niets mis mee natuurlijk, maar de thuiszorg is zeker zo kwetsbaar. Niet in het minst door het aantal cliënten en de logistieke spreiding in de wijk. Ook de indicatiestelling, die door de wijkverpleegkundigen zelf moeten worden gesteld, zorgt voor de noodzaak van een reorganisatie van het methodische proces. Zowel ten aanzien van de dossiers (digitaal / fysiek) als de herordening van taken en rollen op niveau van verzorgende, verpleegkundige en wijkverpleegkundige. Dit loopt allemaal nog niet zo soepel en snel zoals beoogd, terwijl de verzekeraars en de IGZ wel hun toetsingen uitvoeren en hier consequenties aan verbinden. Logisch. Al met al is de druk enorm op alle lagen van de (thuiszorg) organisatie. En dit is misschien ook nodig om te de omslag van organisatiegericht naar klantgericht ook daadwerkelijk te maken. En dat deze omslag fundamenteel is, moge duidelijk zijn (geworden).