Dat concludeert onderzoeker Paul Arakelian van adviesbureau P5COM op basis van een vergelijkende studie.
Vergelijkingsmethode
Voor zijn onderzoek vergeleek Arakelian twee Nederlandse ziekenhuizen, te weten het Martini ziekenhuis in Groningen en het Rode Kruisziekenhuis in Beverwijk met een niet nader genoemd privaat ziekenhuis van een groot Duits zorgconcern. Naar eigen zeggen heeft Arakelian voor zijn onderzoek een vergelijkingsmethode ontwikkeld die niet alleen recht doet aan de verschillen in bekostiging, maar ook aan de definiëring van zorgproducten.
Appels met peren
Bovendien trekt Arakelian zijn vergelijking door van instellingsniveau naar het niveau van afdelingen en losse behandelingen. In eerder onderzoek is dit volgens Arakelian verzuimd waardoor appels met peren vergeleken werden en ten onrechte het beeld ontstond dat private Duitse ziekenhuizen efficiënter zijn dan Nederlandse ziekenhuizen. Arakelian komt tot precies de omgekeerde conclusie. Bedraagt de gemiddelde ligduur in Nederland circa zeven dagen, in Duitsland is dit achtenhalve dag. Op het niveau van individuele behandelingen loopt dit verschil nog verder uiteen.
Ligduur
Voor een knieprothese in het Duitse ziekenhuis is de ligduur 18 dagen, tegenover gemiddeld 8 in de Nederlandse ziekenhuizen. Bij chronische amandelontsteking bedraagt de ligduur in Duitsland ruim een week tegen nog geen anderhalve dag in Nederland. Patiënten met liesbreuk liggen bijna een week in het Duitse ziekenhuis, tegen tweeënhalve dag in de twee Nederlandse ziekenhuizen.
Financiën
Het verschil in ligduur komt ook tot uitdrukking in de financiën. Op het eerste gezicht scoort het Duitse ziekenhuis beter dan de twee Nederlandse. De totale gemiddelde kosten per opname liggen duizend euro lager dan in de twee Nederlandse ziekenhuizen. Worden de ambulante en poliklinische patiënten meegerekend, dan blijken Nederlandse artsen tot tien keer meer patiënten te zien, waardoor de totale gemiddelde kosten per patiënt drie tot vier keer lager komen te liggen.
Ketenzorg
Arakelian concludeert dat de grotere doelmatigheid mede te danken is aan het systeem van ketenzorg, waardoor patiënten eerder het ziekenhuis kunnen verlaten Hij waarschuwt niettemin voor zelfgenoegzaamheid. Achilleshiel van de Nederlandse ziekenhuizen zijn de vele overdrachtsmomenten, onvolledige informatie, slechte werkplanning en onduidelijke taakverdeling. Als op deze terreinen maatregelen worden genomen kan de Nederlandse zorg volgens Arakelian 25 procent efficiënter werken. (Zorgvisie – Philip van de Poel)