‘Het is belangrijk dat bestuurders in de zorg een visie ontwikkelen op wat data en technologie voor hen kan betekenen’, zegt Egge van der Poel. Hij helpt zorgorganisaties op verschillende manieren om data te gebruiken om te leren. Die visie moet verder gaan dan ‘we gaan het doen want de buren doen het ook’, benadrukt hij. ‘Het kan een fundamentele herijking zijn van je de reden van het bestaan van je organisatie.’

Eerste stap

Sommige zorgorganisaties zijn al behoorlijk ver met de inzet van AI-technologie, maar er zijn ook instellingen die nog helemaal aan het begin staan. Van der Poel raadt hen aan om te beginnen met inventariseren welke kennis en expertise er al aanwezig is. Oftewel: Het onbenut potentieel van mensen en data in kaart brengen. Bovendien: ‘Alles wat je nu gaat doen met data met mensen wat je daarvoor nog niet deed, gaat je helpen op weg naar datagedreven of datagedragen zorg.’

Lerende houding

De volgende stap is in de ogen van Van der Poel een lerende houding aannemen. ‘Als we in elke zorginstelling zeggen: we willen van iedere patiënt leren hoe het beter kan voor de volgende, dan is dat de enige strategie die je nodig hebt.’

Opschalen en implementeren

Organisaties die al verder op weg zijn, staan voor de uitdagingen in het opschalen en implementeren. Van der Poel constateert dat daar nog grote stappen te zetten zijn, onder meer in de manier waarop de uitkomsten van de artificial intelligence gepresenteerd worden aan de zorgprofessional.

Zorgdata gaan stromen

De grote druk op de zorg maakt dat de inzet van AI in de zorg sneller en beter moet. Van der Poel: ‘Het is niet meer goed te praten dat we zo traag leren.’ Een positieve ontwikkeling daarbij is dat de data in de zorgsector steeds beter gaan stromen. Van der Poel: ‘Maar of we dan ook kennis gaan genereren is de vraag.’