De klacht bij het tuchtcollege is ingediend door de echtgenoot van de overspelige patiënte.
Lunch met extra’s
De dag na het eind van de behandeling hebben fysiotherapeut en ex-patiënte een lunchafspraak gemaakt die diezelfde dag nog uitvloeide in een amoureuze en seksuele relatie. Toen de vrouw dit na een maand aan haar echtgenoot opbiechtte, spande deze een zaak aan bij het tuchtcollege. De echtgenoot zegt dat er al gezoend was in de behandelkamer, volgens de fysiotherapeut sprong de vonk twee minuten na afloop van de behandelrelatie pas over.
Voorbedachte rade
Het tuchtcollege verwijt de fysiotherapeut dat hij de behandelrelatie vrijwel naadloos heeft laten overgaan in een amoureuze relatie en daarbij misbruik heeft gemaakt van de afhankelijkheid van zijn patiënte. De fysiotherapeut had een afkoelingsperiode in acht moeten nemen. De tuchtrechter formuleert dit als volgt: ‘Een behandelaar die al tijdens de behandeling van plan is een relatie te willen beginnen met zijn patiënte, kan zijn behandelbeleid hierdoor laten beïnvloeden. Algemeen erkend is dat ook na het beëindigen van de behandelrelatie er iets van die behandelrelatie en de daarbij horende machtsverschillen blijft bestaan.’
Intimiteiten
Er is geen specifieke wetgeving met betrekking tot intimiteiten tijdens een behandelrelatie en een afkoelingsperiode, zegt advocaat Simona Tiems die desgevraagd op deze uitspraak reageert: ‘De tuchtrechter is aangewezen op regelgeving van de beroepsgroep.’ En volgens die regels moet een hulpverlener zich respectvol gedragen jegens patiënt en diens naasten. De fysiotherapeut mag niet verder doordringen in de privésfeer dan voor de behandelrelatie strikt noodzakelijk is.
Behandelrelatie
Tiems: ‘Een patiënt bevindt zich in een afhankelijke positie. Als een hulpverlener maar enigszins denkt verliefd te zijn op een patiënt of merkt dat een patiënt verliefde gevoelens voor hem of haar heeft, moet de hulpverlener de behandeling stoppen en de patiënt overdragen aan een collega. Dat de vonk oversprong twee minuten na het laatste bezoek, lijkt me ongeloofwaardig. Daaruit blijkt juist dat de fysiotherapeut eerder had moeten stoppen.’
Strafmaat
Waar wel wat op af te dingen valt, is het feit dat niet de patiënte zelf klaagt, maar haar echtgenoot. Die overigens niet de inhoud van de behandeling zelf ter discussie stelt. Tiems: ‘De patiënte is zelf handelingsbekwaam en als ze niet achter de klacht staat, zou de klager eigenlijk niet ontvankelijk moeten zijn. Het lijkt er heel erg op dat hier iets anders wordt uitgevochten.’ Ook de strafmaat, een maand schorsing en twee maanden voorwaardelijke schorsing, vindt Tiems wel erg fors. ‘Ik zou deze twee zaken zeker aan de orde stellen in hoger beroep, als ik de betrokken advocaat was.’