Uit het onderzoek blijkt dat voor het tweede jaar op rij is er sprake van een daling van het ziekenhuisbezoek, zowel bij klinische opnamen (- 3,7 procent) als de eerste polibezoeken (- 11,5 procent). Een verklaring voor deze daling is de verminderde zorgvraag door het hogere eigen risico. Een andere oorzaak is de zogeheten substitutie; enerzijds worden steeds vaker delen van de zorg ondergebracht bij huisartsen, anderzijds verkiezen patiënten vaker een private kliniek (ZBC) boven een bezoek aan een ziekenhuis.
Inmiddels daalt ook de beddencapaciteit. De onderzochte ziekenhuizen hebben gezamenlijk 32.743 bedden: dit is 2,8 procent minder dan in 2013. Opvallend is wel dat de gemiddelde ligduur weer is toegenomen van 5,2 naar 5,4 dagen.
Reserves
Ondanks het dalende aantal patiënten nam de omzet van de ziekenhuizen met 1,6 procent toe. Ziekenhuizen houden nadrukkelijk rekening met slechtere tijden en hebben daarom de positieve resultaten vaak gebruikt om hun reserves verder op peil te brengen.
De totale inkoopuitgaven van de 94 onderzochte ziekenhuizen bedroegen in 2014 10,3 miljard euro. Daarmee is deze uitgavenpost bijna net zo omvangrijk als de uitgaven aan personeel (10,7 miljard). De inkoopuitgaven daalden vorig jaar licht met 0,4 procent als gevolg van dalende investeringen in bedrijven en gebouwen, technische installaties en andere vaste bedrijfsmiddelen. Uitgaven aan huur en leasing namen daarentegen met 7,5 procent sterk toe. Ziekenhuizen lijken scherpere keuzes te maken tussen eigendom of voor langere tijd huren of leasen van bedrijfsmiddelen.
Vanuit mijn kant de vraag of de onderzoekers zich terdege realiseren dat parameters in de tijd niet meer vergelijkbaar zijn. Door de aangescherpte regelgeving NZa alsmede het corrigeren van het selfassessment 2014 op microniveau zijn parameters uit de systemen van de ziekenhuizen verwijderd. Ook de definitie van de opnameparameter is in 2014 behoorlijk veranderd.